Doel
Het doel van deze opdracht is om te leren werken met variabelen van het datatype double.
Doorloop de volgende stappen:
1. Maak een nieuwe applet aan met daarop weer één knop

2. Ga naar de event-handler van deze knop toe.
Dan volgt nu de code die je moet schrijven!
3. Declareer een nieuwe variabele met de naam omtrek en van het datatype double.
4. Initialiseer de variabele met de waarde 355.0.
Vergeten wat er wordt bedoeld met de termen declareren en initialiseren?
Kijk dan bij: Veelgestelde vragen → Terminologie.
5. Declareer een tweede variabele. Deze variabele moet de naam diameter hebben en moet ook van het datatype double zijn.
6. Initialiseer de variabele met de waarde 113.0.
7. Declareer een derde variabele. Deze variabele moet de naam pi hebben en moet ook van het datatype double zijn.
8. Schrijf de regel code die de omtrek deelt door de diameter en de uitkomst hiervan toekent aan de variabele pi.
Bij onderdeel 4.1 Operatoren kan je vinden welke operator je kan gebruiken voor het delen van twee waarden/variabelen.
9. Toon de uitkomst van de deling in de terminal van Java-Editor.
De waarde pi kan je in de terminal tonen door het schrijven van de volgende code:
System.out.println(pi);
10. Lees alle code die je hebt geschreven nog één keer door en controleer of je niet ergens een (spel-)fout hebt gemaakt. Controleer ook of er aan het einde van elke regel een puntkomma staat!
11. Compileer de code en voer deze uit.
De code wordt automatisch gecompileerd en uitgevoerd als je op groene 'Play'-knop (
) klikt.
12. Druk op de 'Click me!'-knop en kijk of in de terminal de waarde van pi (3.14) wordt getoond. Krijg je een foutmelding? Lees deze dan rustig door (zie Veelgestelde vragen → Java ).