Methode-aanroep

Laten we nog eens naar de code kijken die je hebt geschreven bij opdracht 2.2 (de NAW-applet).
 

Code van de NAW-applet

1  public void OKknop_ActionPerformed(ActionEvent evt) {
2   
3      String naam; 
4      naam = naamveld.getText();
5
6      String adres;
7      adres = adresveld.getText();
8
9      String woonplaats;
10     woonplaats = woonplaatsveld.getText();
11
12   
13     String uitvoer; 
14     uitvoer = naam + "\n" + adres + "\n" + woonplaats;
15   
16     uitvoerveld.setText(uitvoer);
17
18     naamveld.setText("");
19     adresveld.setText("");
20     woonplaatsveld.setText("");
21   
22  }

 

Zoals je in de code kan zien, heeft de applet 4 tekstvelden: drie tekstvelden (naamveld, adresveld en woonplaatsveld) zijn van het type TextField en één tekstveld (uitvoerveld) is van het type TextArea.

 

Zo'n tekstveld is een voorbeeld van een widget (een widget is een element uit een grafische interface) en zoals je in de code kan zien, kan je met zo'n widget verschillende acties uitvoeren.

 

Met een tekstveld (TextField of TextArea) kan je bijvoorbeeld de volgende acties uitvoeren:

getText()
setText(uitvoer)

 

Zo'n actie die je met een widget kan uitvoeren wordt een methode genoemd.

 

Het uitvoeren van methode heeft altijd dezelfde opzet:

widget.methode(argument1, argument2).

 

Uitleg

 

Returnwaarden

Wanneer je een actie op een widget uitvoert, heb je twee mogelijkheden:

  1. De actie wordt uitgevoerd en je krijgt niets terug.
  2. De actie wordt uitgevoerd en je krijgt er een variabele voor terug.

 

Als je na het uitvoeren van een actie geen variabele terugkrijgt dan wordt er gezegd dat de returnwaarde void is (void is het Engelse woord voor leeg of leegte).

Het kan echter ook zijn dat je na het uitvoeren van een methode wel een variabele terugkrijgt. In dat geval moet de variabele die je terugkrijgt van een bepaald datatype zijn. Het datatype van de variabele die je dan terugkrijgt, wordt de returnwaarde van een methode genoemd. De returnwaarde van een methode kan dus goed int, double, String of boolean zijn.

 

Voorbeeld van een methode zonder returnwaarde.

uitvoerveld.setText(uitvoer);

De methode setText heeft geen returnwaarde. Aangezien je geen variabele terugkrijgt, hoef je deze ook niet 'op te vangen' in een andere (nieuwe) variabele. De methode setText() heeft wel één argument (de variabele uitvoer).

 

Voorbeeld van een methode met returnwaarde.

naam = naamveld.getText();

De methode getText() heeft wel een returnwaarde. Van de methode krijg je namelijk de tekst terug die de gebruiker in het tekstveld naamveld heeft ingevoerd. Omdat je tekst terugkrijgt, is de returnwaarde van de methode String. De tekst die je van de methode terugkrijgt, moet je opvangen in een andere (nieuwe) variabele. In de bovenstaande code wordt de tekst die de gebruiker heeft ingevoerd, opgevangen in de variabele naam. De methode getText() heeft geen argumenten.

 

Ben je visueel ingesteld? Neem dan slide 40 t/m 42 van de presentatie Programmeren met Java door. Daar vind je afbeeldingen behorende bij de theorie.