Opdracht 3.1 - int

Doel
Het doel van deze opdracht is om te leren werken met variabelen van het datatype int.

 

Doorloop de volgende stappen:

1. Maak een nieuwe applet met daarop één knop.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2. Ga naar de event-handler van deze knop toe.

 

3. Declareer een nieuwe variabele met de naam getal1 en van het datatype int.

 

4. Initialiseer de variabele met de waarde 8.

 

5. Declareer een tweede variabele. Deze variabele moet de naam getal2 hebben en moet ook van het datatype int zijn.

 

6. Initialisser de variabele getal2 met de waarde 5.

 

7. Declareer een derde variabele. Deze variabele moet de naam totaal hebben en moet ook van het datatype int zijn.

 

8. Schrijf de regel code die ervoor zorgt dat de twee variabele bij elkaar worden opgeteld en waarbij de uitkomst wordt toegekend aan de variabele totaal. Voor het optellen van de twee variabele kan je dezelfde operator gebruiken als die je in de wiskunde gebruikt (zie onderdeel 4. Operatoren).

 

9. Toon de uitkomst van de optelsom in de terminal van Java-Editor.


De uitkomst van de optelsom kan je in de terminal tonen door het schrijven van de volgende code:

System.out.println(totaal);

(Met de terminal wordt het onderste scherm in Java-Editor bedoeld.)

 

10. Lees alle code die je hebt geschreven nog één keer door en controleer of je niet ergens een spelfout hebt gemaakt. Controleer ook of er aan het einde van elke regel een puntkomma staat!

 

11. Compileer de code en voer deze uit.

De code wordt automatisch gecompileerd en uitgevoerd als je op groene 'Play'-knop () klikt.

 

12. Druk op de 'Click me!'-knop en kijk of in de terminal de uitkomst van de optelsom wordt getoond. Krijg je een foutmelding? Lees deze dan rustig door (zie Veelgestelde vragen → Java ).