Datatypen

Wanneer je een variabele aanmaakt, moet je aangeven wat voor een soort data je in de variabele kan opslaan. Dat doe je door voor de naam van de variabele het datatype te vermelden.

 

De meest gebruikte datatype zijn:

int   Voor het opslaan van hele getallen.
double   Voor het opslaan van decimale getallen.
String   Voor het opslaan van tekst.
boolean   Voor het opslaan van de waarden true of false.

 

Voorbeelden van het gebruik van deze datatypen zijn:

int getal = 5;
double pi = 3.14;
String merk = "Lamborghini";
boolean ingelogd = false;

 

 

Opmerkingen:

 

Herkomst van de namen

 

Int versus double

Misschien vraag je je af waarom je niet altijd een double zou gebruiken als deze zowel hele getallen als decimale getallen kan bevatten. De reden is dat voor het aanmaken van één variabele van het datatype double, 64 bits worden gereserveerd in het interne geheugen en voor het aanmaken van één variabele van het datatype int maar 32 bits. Het gebruik van een int is dus efficiënter.

 

Officiële documentatie

De officiële informatie van alle 'primitieve datatypen' van Java kan je hier vinden:
https://docs.oracle.com/javase/tutorial/java/nutsandbolts/datatypes.html