Leerdoelen

Aan het eind van het thema moet je:
- weten wat het verschil is tussen primaire producten en secundaire producten.
- uitgaven kunnen onderverdelen in dagelijkse uitgaven, vaste uitgaven en incidentele uitgaven.
- de begrippen budget en begroting kennen.
- kunnen werken met indexcijfers.
- weten wat het verschil is tussen je nominale inkomen en je reƫle inkomen.
- factoren kunnen noemen die je koopgedrag bepalen.
- weten wat wordt bedoeld met consumentisme en met een vergelijkend warenonderzoek.