Stap 3

Verschillende uitgaven
Hieronder zie je een aantal verschillende uitgaven van een gezin.

1 brood      5 huur woning 9 nieuwe schoenen
2 kaas 6 gas en elektra 10 reparatie wasmachine
3 melk 7 krantenabonnement 11 nieuwe computer
4 rijst 8 contributie muziekschool      12 reparatie fiets

 

  1. Wat is het verschil tussen de producten in het 1e rijtje en de producten in het 2e rijtje?
  2. Schrijf op wat het verschil is tussen het 2e rijtje en het 3e rijtje.

 

Bestudeer nu de eerste pagina van het volgende onderdeel. 

KB: Indeling uitgaven

Bekijk nogmaals de drie kolommen met uitgaven.

  1. In welke kolom gaat het om dagelijkse uitgaven?
  2. In welke kolom gaat het om vaste uitgaven?
  3. In welke kolom gaat het om incidentele uitgaven?