Waar geven we geld aan uit?
Eten, drinken en een dak boven je hoofd. Hoeveel geld geef je daaraan uit?
En hoeveel geld heb je dan nog over voor andere uitgaven?
Als je twee keer zoveel geld zou hebben, zou je uitgavenpatroon dan erg veranderen?
In deze opdracht vergelijk je de uitgaven van drie gezinnen:
Eindproduct
Je maakt een A4-tje met daarop:
Beoordeling
Het A4-tje met de cirkeldiagrammen en het antwoord wordtbeoordeeld door de docent. De docent let op:
Werkwijze
Deze opdracht doe je alleen.
Voor de opdracht heb je ongeveer twee uur de tijd.
Vraag aan je docent wanneer het eindproduct klaar moet zijn.