|
Vraag |
Antwoord |
1 |
Kies het juiste antwoord.
|
C |
2 |
In een steenfabriek worden per dag 20.000 stenen gemaakt en verkocht. |
|
3 |
Bedrijven en de overheid zijn de vragers van arbeid. |
Als het nodig is en als er geld voor is. |
4 |
Hoe komt het dat een toename van de werkgelegenheid niet perse tot een daling van de werkloosheid leidt?
|
Werkgelegenheid is de totale vraag naar arbeiders. Het aantal vacatures + bezette banen. Werkloosheid is het deel mensen van de beroepsbevolking dat geen baan heeft. Als het werkloze deel van de beroepsbevolking meer toeneemt dan de werkgelegenheid toeneemt dan stijgt de werkloosheid zelfs. |
5 |
Hoe komt het dat een afname van de werkgelegenheid niet perse tot een stijging van de werkloosheid leidt?
|
Een afname van de werkgelegenheid betekent niet perse dat de werkloze beroepsbevolking toeneemt. Als de afname alleen in de afname van het aantal vacatures zit bijvoorbeeld dan verandert dat niks aan het de werkloosheid. |
6 |
Leg in eigen woorden uit of er een verband is tussen de werkgelegenheid en de werkloosheid. |
Als er geen werkgelegenheid zou zijn dan zou iedereen werkloos zijn. Maar een daling of een stijging van de werkgelegenheid betekent niet perse hetzelfde effect voor het aantal werklozen. |