Je kunt het verschil tussen de cellen van bacteriën en schimmels benoemen.
Je kunt twee voorbeelden beschrijven waaruit blijkt dat bacteriën en schimmels nuttig zijn en twee voorbeelden waaruit blijkt dat bacteriën en schimmels lastig zijn.
Je kunt vier manieren opnoemen om voedsel te conserveren.
Je kunt uitleggen waarom goede hygiëne (in de keuken) belangrijk is en je kunt drie voorbeelden opnoemen van hygiënisch gedrag, om voedselinfecties te voorkomen.
Je kunt beschrijven wat kruisbesmetting betekent.
Je kunt uitleggen hoe je zelf bacteriën kunt kweken en bekijken.