Als je de omtrekken van de continenten goed bekijkt, valt je op dat ze lijken op stukken van een legpuzzel die uit elkaar is gevallen. Daarom veronderstelde de Duitse weerkundige en aardwetenschapper Alfred Wegener (1880-1930) dat ze ooit werkelijk aan elkaar hebben gezeten en daarna uit elkaar zijn gedreven tot op hun huidige plek.
Eerst wilde zijn collega-geleerden hem niet geloven, te meer omdat Wegener zelf niet kon uitleggen hoe de continenten zich hadden verplaatst. Die geleerden meenden destijds dat de continenten zich nooit hadden kunnen verplaatsen over het aardoppervlak en dus altijd op dezelfde plek hebben gelegen.
Maar toen eenmaal de opbouw van de aarde in kaart was gebracht, bleek Wegener gelijk te hebben en werd ook duidelijk waarom de continenten tot in de verre toekomst zullen blijven verschuiven.
In deze opdracht staat centraal hoe Wegeners theorie van verschuivende continenten kan worden onderbouwd.