gesteund bij de start

 

Wat zijn de behoeften van startende mbo-docenten t.a.v. hun professionalisering?

 

Onderzoek:

Gesteund bij de start

Cruciale factoren bij de professionalisering

van startende mbo-docenten (Inge van den Ende, Peter Donker van Heel, Roxanne de Vreede

Zoetermeer, 30 november 2015)

 

Praktische ondersteuning ofwel uitleg over de praktische zaken zoals werking van het smartboard, regels omtrent examens, etc.;

Organisatorische randvoorwaarden zoals extra tijd voor lesvoorbereiding;

Een leidinggevende die de starter stimuleert in de professionele ontwikkeling;

Training in de omgang met de mbo-studentenpopulatie;

Opname van het begeleidingsaanbod in het integraal personeelsbeleid.

 

Tegen welke uitdagingen lopen startende mbo-docenten aan op het niveau van de

klas, het team en de school t.a.v. hun professionalisering?

 

De starheid onder de (ervaren) collega’s ten aanzien van ‘nieuwe’ ideeën die de starter inbrengt is een factor die de ontwikkeling van starters kan remmen;

Een hoge werkdruk;

Ontbreken van praktische ondersteuning;

Beperkte beschikbaarheid van collega’s en/of leidinggevende voor ondersteuning;

De niveau- en soms ook de grote leeftijdsverschillen, voornamelijk voor de jonge startende mbo-docenten, tussen mbo-studenten kan een lastig punt in de omgang voor startende docenten zijn. Voornaamste oorzaak hiervan is het ontbreken van voorbereiding op de mbo-studentenpopulatie in de vooropleiding.

 

Advies voor startende mbo-docenten

6.1.1 Pak de eigen regie

 

Wij adviseren startende mbo-docenten de eigen regie te pakken, dat wil zeggen actief

voor hun eigen professionele ontwikkeling op te komen. Tijdens sollicitatiegesprekken

dient door de docent te worden gevraagd naar de praktische begeleiding bij de eerste

werkdagen, de ontwikkelingsmogelijkheden en de begeleiding daarbij. Dit kan in

algemene zin aan de orde worden gesteld, maar ook meer specifiek op de eigen

persoon gericht. Direct aan de start van het dienstverband dient de docent zelf actie

te ondernemen om het introductieprogramma (zie 3.4) direct op te starten en vorm te

geven. Gedurende het gehele dienstverband dienen de persoonlijke

ontwikkelingsmogelijkheden door de docent zelf aan de orde gesteld te worden,bijvoorbeeld tijdens functioneringsgesprekken.

Het kwalitatieve deel van ons onderzoek heeft laten zien dat het pakken van de eigen

regie van belang is, alleen zijn er op basis van de online enquêtes geen significant

verband gekomen. Assertiviteit vanuit de startende mbo-docent helpt om de vruchten

te kunnen plukken van de mogelijkheden die de werkgever biedt en om nieuwe

mogelijkheden te creëren. Ons onderzoek wijst uit dat directe collega’s en

leidinggevenden over het algemeen bereid zijn om de (gemotiveerde) starter te

helpen. Door hiervan gebruik te maken en hierbij ook zelf de regie te nemen en actief

te vragen naar mogelijkheden voor de eigen professionele ontwikkeling kom je als

starter verder. Op deze manier komt het van twee kanten. Een assertieve opstelling

door de docent – ook al bij de sollicitatie – maakt de werkgever attent op het belang

van het aanbieden van mogelijkheden.