Soms is een ja/nee antwoord voldoende, maar vaak wil je meer weten, dus hieronder volgt een lijst met mogelijke soorten vragen.
Ja/nee vragen
De eenvoudigste vraag kan mensen in groepen delen: Rookt u? Hebt u een huisdier? Hebt u kinderen? Speelt u tennis? etc. Ben er zeker van dat je alleen een ja/nee vraag stelt als er geen ander antwoord mogelijk is. Vraag dus niet: Houdt u van bier? Hierop kan men namelijk antwoorden: een beetje, alleen tijdens feestjes, alleen witbier, enz.
Multiple-choice vragen
Multiple-choice vragen bieden de respondent een aantal mogelijke antwoorden om uit te kiezen, bij voorkeur twee tot vijf. Meer dan vijf en er bestaat grote kans op overlap tussen antwoorden. Overlap is verwarrend en ongewenst. Soms kun je de mogelijkheid bieden om meer dan een antwoord aan te kruisen (geef dit altijd duidelijk aan) of een categorie "anders, nl" in te voegen, zodat mensen de kans krijgen een eigen keuze toe te voegen.
Voorbeeld één antwoord:
Hoe vaak gaat u online?
0 2-3 keer per dag
0 Dagelijks
0 Een aantal keren per week
0 Wekelijks
0 Anders, nl.:
Voorbeeld meerdere antwoorden:
Welke van de volgende apparaten bezit u? (meerdere antwoorden mogelijk)
0 Mobiele telefoon
0 Laptop
0 Mp3-speler
0 Fotocamera
Bij de vragen met meer antwoorden, kun je eventueel aangeven hoeveel antwoorden je wilt, bijvoorbeeld precies drie of maximaal vier.
Volgorde vragen
Bij dit soort vragen moet de respondent bepaalde antwoorden in de juiste volgorde zetten, bijvoorbeeld naar belangrijkheid. Geef altijd duidelijke instructies.
Hoe belangrijk zijn de volgende kwaliteiten voor u in een partner? Zet een 1 naast de belangrijkste, een 2 naast de op een na belangrijkste, etc. Geen enkele twee kwaliteiten kunnen hetzelfde nummer krijgen.
Eerlijkheid
Humor
Vertrouwen
Hoog opgeleid
Onafhankelijk
Schaal vragen
Met deze vragen krijg je een idee van de mening van de respondent. Je vraagt hem of haar om antwoord te geven op een bepaalde schaal. Bij voorkeur is dit een vijf- of zevenpuntsschaal. Een tienpuntsschaal lijkt te veel op punten op school en brengt gedachten over zakken (5) en slagen (6) met zich mee. Geef altijd een duidelijke uitleg van de schaal en houd de schaal zoveel mogelijk hetzelfde gedurende de hele enquête.
Voorbeeld met schaal in woorden:
Hoe bevalt u het eten in de kantine?
0 Heel goed
0 Goed
0 Niet goed en niet slecht
0 Slecht
0 Heel slecht
Voorbeeld met schaal in cijfers:
Hoe bevalt u de atmosfeer in de kantine?
1 Heel goed
2 ...
3 ...
4 ...
5 ...
6 ...
7 Heel slecht
Voorbeeld met positieve/negatieve schaal:
In hoeverre beschrijft "gezellig" de sfeer in de kantine?
+5 Heel goed
+4 ...
+3 ...
+2 ...
+1 ...
Gezellig
-1 ...
-2 ...
-3 ...
-4 ...
-5 Heel slecht
Ratio vragen
Dit zijn handige vragen als je meer wilt weten over de verhouding tussen verschillende elementen. De respondent moet een gegeven aantal punten (bijvoorbeeld 10 of 100) verdelen tussen de verschillende gegeven mogelijkheden.
Hoeveel waarde hecht u aan de volgende eigenschappen van websites met gezondheidsinformatie? Verdeelt u een totaal van 100 punten over de zes eigenschappen.
Logische navigatie |
||
Afwezigheid advertenties |
||
Objectiviteit |
||
Duidelijke teksten |
||
Geschreven door experts |
||
Betrouwbare organisatie |
||
Totaal |
100 punten |
Open vragen
Om duidelijke, persoonlijke antwoorden te krijgen zijn open vragen het beste. Probleem is dat het moeilijker is om mensen met elkaar te vergelijken en de resultaten te analyseren. Open vragen beginnen met wie, wat, waar, wanneer, hoe, waarom, hoeveel of hoe vaak.