Elke enquête moet aan zes voorwaarden voldoen: eenvoudig, duidelijk, specifiek, geordend, actueel en acceptabel.
1 - Eenvoudig
Hoe simpeler je vragen, hoe beter de antwoorden. Probeer altijd de vraagstelling zo eenvoudig mogelijk te houden, zodat iedereen meteen begrijpt wat je bedoelt. Dus niet: Gegeven ongelimiteerde fondsen welk orgaan zou u chirurgisch wijzigen? Maar: Als geld geen rol speelde, welk lichaamsdeel zou u willen veranderen met plastische chirurgie? Als je moeilijke woorden of termen moet gebruiken, biedt dan altijd uitleg. Bijvoorbeeld: Wat is uw BMI? (BMI = Body Mass Index, uw lengte² gedeeld door gewicht).
Met eenvoudige woorden hangt ook de lengte van de vraag samen: korter is beter. Maar zorg altijd dat duidelijkheid niet verloren gaat!
2 - Duidelijk
Zorg dat je woordkeuze duidelijk is, zodat er geen twijfel kan bestaan over je bedoeling. Zorg ook dat je vraag het gewenste antwoord zal opleveren. Vermijd bias. Natuurlijk mag je vragen op welke dag mensen het liefst vergaderen, maar vraag dan eerst of ze überhaupt wel behoefte hebben aan een vergadering. Zonder die laatste vraag duw je mensen al in een bepaalde richting.
3 - Specifiek
Vermijd vage woorden. Verschillende mensen hebben bijvoorbeeld een ander idee wat "geregeld" betekent. Ze zullen dus anders antwoorden op de vraag "Drinkt u geregeld alcohol?"
Zorg ook dat je niet per ongeluk twee vragen in een stelt. "Houdt u van bier en wijn?" is niet een, maar twee vragen. Wat betekent een ja antwoord? Dat die persoon van bier en wijn houdt, alleen van bier of alleen van wijn? Let dus op dat je in vragen geen "en" en "of" gebruikt.
4 - Geordend
De volgorde van je vragen is belangrijk. Begin altijd met algemene vragen en ga dan naar specifiekere vragen. Simpele achtergrondvragen, zoals geslacht, geboortedatum, woonplaats, kun je het beste op het laatst stellen. Omdat deze zo simpel zijn, zal de respondent het idee hebben dat de hele enquête eenvoudig was.
Je moet vooral op de volgorde letten als je mensen in groepen scheidt: bijvoorbeeld rokers en niet-rokers. Sommige vragen hebben misschien alleen betrekking op rokers, dus zorg dat de niet-rokers deze overslaan. Dit kun je doen door naast een bepaald antwoord aan te geven naar welke vraag de persoon verder moet: ga verder bij vraag 5.
5 - Actueel
Mensen hebben een beperkt geheugen en kunnen niet in de toekomst kijken. Vermijd dus vragen die ver terug gaan in de tijd of juist ver vooruit (vuistregel: 1 maand). Doe je dit niet, dan zijn je resultaten minder betrouwbaar.
6 - Acceptabel
Je moet ten alle tijde voorkomen dat iemand stopt met invullen omdat een vraag hem of haar tegenstaat. Geef bij gevoelige vragen altijd de mogelijkheid om geen antwoord in te vullen, bijvoorbeeld bij inkomen. Als je denkt dat mensen de vraag niet willen invullen, verander de vraag of schrap hem. Vermijd ook vragen waarop een sociaal gewenst antwoord is, zoals "Vindt u het milieu belangrijk?" Niemand zal daarop nee antwoorden.