
Je zit in het tweede jaar van de opleiding tot doktersassistent. Als doktersassistent mag je tegenwoordig veel verschillende handelingen uitvoeren. Welke handelingen tot je takenpakket horen hangt af van waar je werkzaam bent.
In het eerste jaar heb je de basis aangeleerd van o.a. hygiƫne, steriele tafels klaarleggen, instrumenten, injecteren, ECG, etc. Nu je in het tweede leerjaar zit, ga je nog met een aantal nieuwe vaardigheden aan de slag, zoals bijv. oren uitspuiten, uitstrijkjes maken, gehoortesten nemen, etc. Hiernaast worden vaardigheden uit leerjaar 1 herhaald. Je wordt klaargestoomd voor het kennisexamen KT2. Ook ga je met de klas een APK-keuring organiseren en uitvoeren op de Open Dag, waarin diverse vaardigheden worden getoond.
Voor het aanleren van vaardigheden maak je gebruik van het protocollenboek. Voor elke handeling is een protocol geschreven. In dit protocol staat stapje voor stapje beschreven hoe je jezelf een handeling kunt aanleren. Gebruik dit protocol ook om kritisch naar jezelf te kijken. Heb ik alle stappen uitgevoerd of ben ik misschien iets vergeten? Je leert verder om niet alleen kritisch te zijn over je eigen functioneren, maar ook kritisch te kijken naar het werk van je klasgenoten. Je gaat elkaar feedback geven en elkaar beoordelen.
In periode 5 of 6 ga je stagelopen bij een huisartsenpraktijk of een polikliniek in een ziekenhuis en zul je je verder bekwamen in de handelingen/vaardigheden die je op school geleerd hebt.