Spelling werkwoorden verleden tijd en voltooid deelwoord.

S 2.1 Spelling persoonsvorm verleden tijd

S 2.2 Maak in je schrift een tekening van 't sexy fokschaap
Schrijf erbij hoe dit je kan helpen om de persoonsvorm verleden tijd goed te spellen.

Afbeeldingsresultaat voor 't sexy fokschaap

S 2.3 Lees de uitleg goed door en maak de opdrachten in je schrift.

S 2.4 Maak de opdrachten die klaar staan op de site van Juf Melis.

S 2.5 Spelling voltooid deelwoord

S 2.6 Neem deze tabel over in je schrift en vul de werkwoorden in. Kijk goed naar het voorbeeld.

 

Hele werkwoord  

Tegenwoordige tijd  

Verleden tijd  

Voltooid deelwoord  

1

Werken

hij werkt

hij werkte

Hij heeft gewerkt

2

Lopen

 

 

 

3

Huilen

 

 

 

4

Computeren

 

 

 

5

Vragen

 

 

 

6

Branden

 

 

 

7

Wassen

 

 

 

8

Schrijven

 

 

 

9

Kopen

 

 

 

10

Hebben

 

 

 

11

Zijn

 

 

 

12

Worden

 

 

 

13

Lezen

 

 

 

14

Dansen

 

 

 

15

Maken

 

 

 

16

Schreeuwen

 

 

 

17

Roepen

 

 

 

18

Luisteren

 

 

 

19

Koken

 

 

 

20

Bakken