Oefenen onderwerp

G 1.3 Neem de zinnen over in je schrift. Noteer van de iedere zin het onderwerp.

1. Wij zijn samen naar de speeltuin gelopen.
2. Morgen maken we de opdrachten samen.
3. Heb jij een nieuwe fiets gekregen?
4. De brutale leerlingen kregen strafwerk van de docent.
5. Kees en Piet schrijven netjes in hun schrift.
6. Waarom gaat zij niet op vakantie dit jaar?
7. In de krant kon je veel nieuwsberichten lezen.
8. Heeft dat meisje gespiekt tijdens de toets?
9. De drie meisjes moesten nablijven.
10. Hebben de dieren al eten gehad?