Een voorvoegsel is een woorddeel dat je vóór een woord plakt om de betekenis of de functie van dat woord te veranderen. Een voorvoegsel kun je niet los gebruiken (met dezelfde betekenis).
Voorbeelden van voorvoegsels
Voorvoegsels zijn onder meer:
- mis-: miskoop, misbaksel
- on- : ongunstig, oneerlijk, ongelukkig
- her- : herexamen, herinschrijving
- wan- : wanorde, wansmaak, wanbeleid
- oud- : oud-trainer, oud-voorzitter
- niet- : niet-roker, niet-drinker