Week 1:
Intervisie groepen samenstellen. Afhankelijk van aantal studenten, bijvoorbeeld groepjes van 5 personen.
Opzet kan zijn als volgt:
Iedere week staat een andere vorm van intervisie centraal. Kijk hiervoor in het boek op bladzijde 353/354. Of op de site van Kessels en Smit
(https://www.kessels-smit.nl/files/Intervisiemethodes.pdf).
- Iedere week (vanaf week 2) brengt 1 van de groepsleden een casus in die tijdens de intervisie wordt besproken.
- Aan de hand van een intervisiemethode (iedere week een andere methode) de ingebrachte casus bespreken in je intervisiegroepje.
- Casus en uitgewerkte intervisie door docent laten aftekenen.
- Interview op school naar keuze.
Opzet kan zijn als volgt:
- Groepjes vormen om op een school (naar keuze) een interview uit te voeren: Aan de hand van tabel 6 op bladzijde 335 interview vragen maken.
- Interview kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd in een week die door de docent wordt gepland (bijvoorbeeld in week 6).
- Studenten maken zelf een afspraak en zorgen ervoor dat ze meerdere mensen kunnen spreken, bijvoorbeeld de directeur, Ib’er, docenten enz.
- Studenten zijn in de week van het interview niet op school maar voeren het interview uit.
|
Week 2:
- Docent legt een intervisiemodel uit. Aan de hand van dit model gaan de intervisiegroepjes de ingebrachte casus van 1 van de groepsleden bespreken. De inbrenger maakt hiervan vervolgens voor zichzelf een uitgewerkt verslag van.
- Docent bespreekt tabel 6 op bladzijde 335. Er wordt een week afgesproken waarin de interviews kunnen plaats vinden. Interview groepjes gaan in overleg, welke school, enz. Plannen afspraak met school naar keuze. Maken van interview vragen met als doel inzicht te krijgen op welke manier de school een lerende organisatie is.
|
Week 3:
- Docent legt een intervisiemodel uit. Aan de hand van dit model gaan de intervisiegroepjes de ingebrachte casus van 1 van de groepsleden bespreken. De inbrenger maakt hiervan vervolgens voor zichzelf een uitgewerkt verslag van.
- Docent behandelt de gouden cirkel. Studenten werken een casus uit aan de hand van dit model.
|
Week 4:
|
Week 5:
- Docent legt een intervisiemodel uit. Aan de hand van dit model gaan de intervisiegroepjes de ingebrachte casus van 1 van de groepsleden bespreken. De inbrenger maakt hiervan vervolgens voor zichzelf een uitgewerkt verslag van.
- Persoonlijk leerdoel opstellen (maak het niet te groot, beter kleine stapjes die succesvol zijn) en uitwerken aan de hand van het model POP/PAP. Komt terug in week 9. Maak je POP/PAP in een overzichtelijk tabel. Zie hiervoor eventueel de steekwoorden op bladzijde 341.
|
Week 6:
Studenten zijn niet op school maar zijn in het werkveld om een interview uit te voeren ( zie opdracht interview).
|
Week 7:
- Docent bespreekt klassikaal functioneringsgesprekken/beoordelingsgesprekken.
- Toren C: het functioneringsgesprek: https://youtu.be/i4legARNmD8
- https://youtu.be/Vv-ZQFoZCeY
- Uitvoeren functioneringsgesprek met 3 personen. Dit kan aan de hand van bijvoorbeeld het opgestelde leerdoel en de POP/PAP. 1 persoon is leidinggevende, 1 is de medewerker, 1 filmt het gesprek. Film laten zien door docent.
- Interview groepjes koppelen in de klas terug hoe het interview is verlopen en werken in de les de verkregen informatie uit.
|
Week 8:
- Docent bespreekt de 3 zelfreflectiemodellen.
- Student maakt een keuze uit 1 van de modellen en reflecteert op een ervaring (eventueel op stage, maar kan ook op een ander moment) waarbij het even niet zo lekker liep.
- Vragen maken voor de toets. Keuze kan zijn open vragen, meerkeuze vragen of aan de hand van stellingen. Keuze is aan docent en student.
|
Week 9:
- Toets. Een idee kan zijn om de studenten mee te laten nakijken?. Bijvoorbeeld toets aan iemand anders geven en diegene kijkt direct na?
- Bespreken in groepjes hoe je hebt gewerkt aan je persoonlijk leerdoel.
- Eventueel lestijd om nog aan openstaande opdrachten te werken.
- Evalueren van het vak.
|
Verdiepende opdracht:
Er zijn verschillende activiteiten te bedenken om samen te blijven leren (zie blz. 359).
De studenten kunnen kiezen op welke manier ze willen verdiepen.
Een aantal ideeën kunnen zijn:
- Een cursus/lezing/ volgen wat met onderwijs te maken heeft en hier verslag van doen.
- Een artikel lezen over een onderdeel in je vakgebied. Je maakt hier een verslag of presentatie voor in de klas.
- Student heeft met een collega ideeën uitgewisseld over iets wat speelt in het onderwijs. Vertelt hier vervolgens iets over in de klas.
- Een artikel lezen en hier discussiepunten bij bedenken. Met de klas een discussie voeren bijvoorbeeld in de vorm van ‘het Lagerhuisdebat’.
- Enz……..
|