De calciumcarbonaat in de landbouwkalk reageert met zoutzuur. Hierbij ontstaat een zoutoplossing.
Het carbonaat wordt hierbij omgevormd tot koolstofdioxide (CO2 (g)). De storende werking van de koolstofdioxide wordt opgeheven door de oplossing te koken. De opgeloste CO2 kan hierdoor uit de oplossing ontwijken.
De titratie verloopt volgens de onderstaande reactievergelijking:
CaCO3 + 2H3O+ Ca2+ + CO2
+ 3H2O
1 mol calciumcarbonaat reageert met 2 mol zoutzuur.
Voer de proef in duplo uit.
Bereken van elke afzonderlijke titratie het gehalte calciumcarbonaat.