Doel
Je leert de verschillende keuzes die je hebt bij het maken van bloemwerk en de invloed die ze hebben op de stijl en vorm.
Oriëntatie
De keuzes die je hebt bij het maken van bloemwerk bestaan uit:
Centraalpunt/ parallel
Een biedermeier is een voorbeeld van een centraalpuntsschikking. Alle stelen gaan naar één punt in het steekschuim. Bloemwerk waarbij de stelen naar één punt gaan kunnen veel verschillende vormen hebben zoals driehoek, bolvorm, ovaal.
De materialen, bijvoorbeeld rozen en groen, kun je in groepen verwerken of verdelen over het bloemstuk. Het bij elkaar zetten van meerde bloemen van een soort heet ‘ groeperen’.
|
Centraalpuntschikkingen |
|||
|
|
|||
|
Biedermeier Materialen gegroepeerd symmetrisch |
Biedermeier Materialen gegroepeerd Asymmetrisch |
Tafelschikking Materialen gegroepeerd Asymmetrisch |
Vaasschikking Materialen gegroepeerd Asymmetrisch |
Parallel
Bij een parallelschikking staan de stelen evenwijdig naast elkaar, vaak recht naar beneden.
In een parallel schikking kun je de materialen groeperen. Je moet dan zorgen voor een goed evenwicht (balans) in de schikking. Je kan de bloemen en materialen ook in een bepaalde volgorde zetten dit heet ritme. Je kunt bijvoorbeeld langwerpige, ronde en driehoekige vormen op een spannende manier afwisselen.
In de regel is de verhouding van de schikking 2 x de hoogte van de vaas en 1 x de breedte van de vaas.
|
Parallel bloemwerk |
|
|
|
|
|
Alle materialen verdeeld |
Materialen in groepen, ritme. |
Symmetrisch/ a-symmetrisch
Schikkingen zijn symmetrisch of asymmetrisch. Symmetrische schikkingen hebben 2 of meer gelijke delen. Denk bijvoorbeeld aan een biedermeier die kun je door de midden snijden waarna je twee gelijke helften hebt.
Een asymmetrische schikkingen heeft geen gelijke delen. Je kunt de schikking niet ‘spiegelen’.
Klassiek/ modern
Bij het klassiek opsteken van bloemwerk, is de vorm van de schikking meestal symmetrisch. Een klassieke schikking is vaak ook een gevulde schikking. Dat betekent dat er weinig ruimte zit tussen de bloemen. De materialen worden vaak verdeeld over het bloemwerk. De klassieke schikking kan rond, kegelvormig, ovaal, driehoekig of druppelvormig zijn. Klassiek bloemwerk is bloemwerk wat vroeger in de mode was en nu nog steeds gemaakt wordt.
Als je bloemwerk modern opsteekt, doe je dat meestal asymmetrisch. Meestal groepeer je de materialen en laat je veel ruimte tussen de bloemen. Dit heet open bloemwerk. Door de ruimte tussen de bloemen, komen de bloemen tot hun recht en zie je de lijn/ vorm van de afzonderlijke bloem beter. De ruimte tussen de bloemen is onderdeel van de schikking.
|
Klassiek bloemwerk |
|
Modern bloemwerk |
|
|
|
|
|
|
|
Gevuld bloemwerk Ronde bol Materialen verdeeld Symmetrisch |
Gevuld bloemwerk Druppelvorm. Materialen verdeeld Symmetrisch |
Open bloemwerk Pluk boeket Materialen verdeeld Asymmetrisch |
Open bloemwerk Schaalschikking Materialen verdeeld Asymmetrisch |
Vegetatief/decoratief
Je kunt materialen ook op een natuurlijke manier verwerken. Je kijkt naar de groeiwijze van de bloem of de groentak. Vooral de stand van de knoppen en bladeren is belangrijk. Vervolgens probeer je in je bloemwerk de materialen in dezelfde stand te gebruiken. Je noemt dit vegetatief schikken. Je zoekt ook materialen uit die in de natuur bij elkaar passen. Een voorbeeld is riet, waterlelie en water. Die materialen staan in de natuur bij elkaar.
Het tegenovergestelde van vegetatief schikking is decoratief. De vorm van het bloemwerk maakt niet uit. Je gebruikt dan de bloemen en materialen op een manier zoals jij die zelf bedenkt. Bij decoratief schikken gebruik je de bloemen als bouwstenen in je bloemwerk. Je let daarbij op de vorm, de kleur, de geur en de structuur van de bloemen en materialen. De structuur van de bloem is hoe hij aanvoelt.
|
Vegetatief |
|
Decoratief |
|
|
|
|
|
Open bloemwerk Gegroepeerd Ritme Asymmetrisch |
Open bloemwerk Gegroepeerd (lagen) Ritme Asymmetrisch |
Gevuld bloemwerk Gegroepeerd Asymmetrisch |