Wetenschappelijke notatie

De theorie voor grote getallen staat in het onderstaande filmpje uitgelegd.

 

Als je bij vraag 3a maximaal 1 fout hebt, ga dan verder met 4a.

Het je meer dan 1 fout, bekijk dan eerst de theorie nog eens.

Vraag eventueel hulp aan een klasgenoot of de docent.

Maak nu vraag 3b.

Als je maximaal 2 pogingen nodig hebt gehad voor het goede antwoord, ga dan verder met 4a.

Mocht je meer dan 2 pogingen nodig hebben gehad, vraag dan een medeleerling of de docent om hulp.

De uitleg hoe de wetenschappelijke notatie kan worden toegepast bij kleine getallen, staat in onderstaand filmpje.

Na het filmpje staan ook nog eens de aantekening in plaatjes weergegeven.

 

Heb je maximaal 1 fout bij oefening 4a, dan ga je verder met oefening 5a.

Mocht je bij vraag 4a meer dan 1 fout hebben, bekijk dan nogmaals het filmpje en de theorie.

Vraag eventueel hulp bij een medeleerling of de docent.

Maak nu opgave 4b.

Heb je maximaal 1 fout bij oefening 4b, dan ga je verder met oefening 5a

Mocht je vraag 4b meer dan 1 fout hebben, vraag dan hulp aan de docent.

Mocht je bij vraag 5a meer dan 3 pogingen nodig hebben gehad, bekijk dan nogmaals de theorie en het filmpje.

Maak hierna vraag 5b.

Mocht je minder dan 3 pogingen nodig hebben gehad, ga dan naar vraag 6a.

Heb je maximaal 2 pogingen nodig gehad, ga dan verder met oefening 6a

Mocht je bij vraag 5b meer dan 2 pogingen nodig gehad, vraag dan hulp aan de docent.

Als je in vraag 6a maximaal 1 fout hebt, ga dan verder met de tussentoets.

Als je meer dan 1 fout hebt, bekijk dan de theorie en filmpje nogmaals.

Maak hierna opgave 6b

Heb je maximaal 1 fout bij oefening 6b, dan ga je verder met de tussentoets.

Mocht je vraag 6b meer dan 1 fout hebben, vraag dan hulp aan de docent.