Stap 4: De (bijna-)overstroming

In de winter van 1995 viel er in het stroomgebied van de Maas en de Rijn buitengewoon veel regen. Hierdoor kregen de grote rivieren in Nederland meer water aangevoerd dan ze konden afvoeren.

Helemaal gevaarlijk werd de situatie langs de Waal stroomafwaarts van Nijmegen. Toen dreigden dijken langs de Waal het te begeven door kwelwater. Kwelwater is water dat vanuit de rivier onder de dijk door stroomt en zand en ander materiaal met zich meevoert onder de dijk vandaan, waardoor de dijk minder stevig wordt en ten slotte verzakt of breekt.
Mocht het zover komen, dan zou een groot deel van het rivierengebied onder water lopen. Daarom werd op 31 januari 1995 besloten een kwart miljoen mensen uit dit gebied te evacueren. Uiteindelijk hielden de dijken het en bleef een ongekend grote overstroming uit. Enkele dagen later, toen het waterpeil in de Waal was gezakt, mochten de evacués naar hun woningen terugkeren.

Naar aanleiding van deze bijna-ramp en de overstromingen langs Maas en IJssel heeft de Nederlandse overheid de dijken langs rivieren verhoogd, wat overigens niet hielp tegen kwelwater.
Maar het bleef niet bij deze maatregel, want het waterbeleid moest op de schop om overstromingsrampen in de toekomst te voorkomen nu het klimaat verandert en de zeespiegel stijgt.

Op 7 september 2007 is de Tweede Deltacommissie geïnstalleerd door staatssecretaris Tineke Huizinga van Verkeer en Waterstaat en minister Guusje ter Horst van Binnenlandse Zaken. Op 3 september 2008 was deze commissie klaar en gaf ze haar onderzoeksrapport aan de regering. In dat rapport stelt de commissie dat Nederland een integraal waterbeleid moet voeren tot na het jaar 2200, niet alleen om overstromingen te voorkomen, maar ook om ervoor te zorgen dat er voldoende zoet water is in Nederland. Dat beleid moet worden gevoerd op gemeentelijk, regionaal en provinciaal niveau.

Tegelijkertijd is de regering gestart met het bevorderen van een overstromingsrisico­be­wustzijn bij de Nederlandse burgers. We moeten weten welke risico’s we lopen. Met de app ‘Overstroom ik?’ kan iedereen op zijn smartphone zien hoe hoog het water in jouw postcodegebied komt bij een overstroming.

Watertoets

Ook heeft de overheid in 2001 de watertoets ingevoerd. De toets werkt als volgt: Gemeenten, provincies, projectontwikkelaars en adviesbureaus maken plannen om de ruimte in een bepaald gebied anders in te richten. Dat kan bijvoorbeeld de bouw van een woonwijk zijn in een gebied met weilanden of de aanleg van een recreatiepark.
Sinds 2001 moeten al deze plannen worden onderworpen aan de watertoets. Dat is een onderzoek dat de plannenmaker samen met het bestuur van het waterschap uitvoert met als doel na te gaan of met dat plan voldoende rekening is gehouden met de waterhuishouding in het gebied. Daarin komen vragen aan de orde als:

De toets wordt afgerond met het opstellen van een wateradvies. Hierin staat of en hoe het plan moet worden gewijzigd aan de hand van wat het onderzoek heeft opgeleverd.