De zeespiegel stijgt ten opzichte van het achterliggend land. Het effect hiervan is hetzelfde als van bodemdaling. Sinds de laatste ijstijd (10.000 jaar geleden) is de zee met ongeveer honderd meter omhooggekomen. De zeespiegel stijgt momenteel met ongeveer 20-100 cm per eeuw ten opzichte van het dalende landoppervlak. De zee stijgt door het smelten van poolijs sinds de laatste ijstijd (10.000 jaar geleden).
De klimaatverandering zorgt voor temperatuurstijging en daarmee wordt de zeespiegelstijging op twee manieren versterkt:
Onder invloed van het smelten van gletsjers en ijskappen en een verdere volumetoename van het oceaanwater verwacht het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) in de komende eeuw een zeespiegelstijging van 18 tot 59 centimeter. Het kan nog veel hoger uitvallen wanneer de ijsmassa op Groenland gaat afbrokkelen, bijvoorbeeld wanneer grote delen onder invloed van smeltwater in zee glijden. Als dat gebeurt kan de zeespiegel wereldwijd met gemiddeld 7 meter (!) stijgen.*
De zeespiegelstijging heeft ook gevolgen voor de rivieren. Een hogere zeespiegelstand belemmert de vrije afvoer van rivieren. Indien er sprake is van een hogere rivierafvoer én een hogere waterstand op zee, kunnen de waterstanden in de benedenrivieren extra hoog worden opgestuwd, met alle gevolgen van dien. Vooral Rotterdam en Dordrecht vormen een kwetsbaar gebied bij een steeds verder stijgende zeespiegel.
* verwijst naar: Bron: HIER Klimaatbureau