Stap 2: Stijging van de zeespiegel

De zeespiegel stijgt ten opzichte van het achterliggend land. Het effect hiervan is hetzelfde als van bodemdaling. Sinds de laatste ijstijd (10.000 jaar geleden) is de zee met ongeveer honderd meter omhooggekomen. De zeespiegel stijgt momenteel met ongeveer 20-100 cm per eeuw ten opzichte van het dalende landoppervlak. De zee stijgt door het smelten van poolijs sinds de laatste ijstijd (10.000 jaar geleden).

De klimaatverandering zorgt voor temperatuurstijging en daarmee wordt de zeespiegelstijging op twee manieren versterkt:

  1. Warmte veroorzaakt uitzetting. Als het water warmer wordt, wordt het volume ervan groter. Elke graad temperatuurstijging van de oceanen zorgt door dit effect voor een wereldwijde zeespiegelstijging van bijna een meter. Doordat de temperatuur van het water langzamer stijgt dan de temperatuur van de atmosfeer, heeft de atmosferische temperatuurstijging in de afgelopen eeuw (0,74 graden) door het uitzetten van water geleid tot een zeespiegelstijging van 17 centimeter.
  2. Door het smelten van ijskappen en gletsjers neemt ook de hoeveelheid water in de oceanen toe. Hierbij is het verschil tussen landijs en zee-ijs van belang. Wanneer landijs smelt, stroomt er extra water in de zee, waardoor de zeespiegel stijgt. Zee-ijs heeft dat effect niet. Als zee-ijs smelt, neemt het weer het (iets kleinere) volume van water aan, waardoor de zeespiegel niet wordt beïnvloed.

Onder invloed van het smelten van gletsjers en ijskappen en een verdere volumetoename van het oceaanwater verwacht het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) in de komende eeuw een zeespiegelstijging van 18 tot 59 centimeter. Het kan nog veel hoger uitvallen wanneer de ijsmassa op Groenland gaat afbrokkelen, bijvoorbeeld wanneer grote delen onder invloed van smeltwater in zee glijden. Als dat gebeurt kan de zeespiegel wereldwijd met gemiddeld 7 meter (!) stijgen.*

De zeespiegelstijging heeft ook gevolgen voor de rivieren. Een hogere zeespiegelstand belemmert de vrije afvoer van rivieren. Indien er sprake is van een hogere rivierafvoer én een hogere waterstand op zee, kunnen de waterstanden in de benedenrivieren extra hoog worden opgestuwd, met alle gevolgen van dien. Vooral Rotterdam en Dordrecht vormen een kwetsbaar gebied bij een steeds verder stijgende zeespiegel.

* verwijst naar: Bron: HIER Klimaatbureau