Stap 3 les 1

 

 

  • Tekst kun je onderstrepen,
    vet ,en cursief maken.
  • We gebruiken hiervoor de
    Opmaakbalk.
  • Opdracht:
    Klik op het tabblad Start.
    Gebruik de groep Lettertype.

 

Opdracht:

  • ​​​Typ eerst tekst in. Dit is je naam, adres en woonplaats.
  • Selecteer je naam en maak dit vet
  • Selecteer je woonplaats en maak het cursief.
  • Selecteer je adres en zet er een streep onder.
  • Let op : selecteren doe je door voor de tekst te gaan staan, linkermuisknop ingedrukt houden en over de tekst te bewegen.

Uitproberen:
Ctrl+B

Ctrl+I

Ctrl+U

 

 

  • Opdracht:
    We gaan nu het lettertype en de lettergrootte veranderen.
  • Selecteer om de beurt je naam, adres en woonplaats en geef elke regel een ander lettertype.
  • Nu ga je elke regel een andere grootte geven.
  • Let op: ga niet groter dan 22

  Misschien vind je het leuk om
  met kleur te werken.


     Opdracht:

  • Selecteer de eerste regel
  • Zoek de knop om tekst te kleuren.
  • Klik op het driehoekje en maak de regel rood.
  • Geef de andere regels ook een kleur.

      Je weet nu hoe je een andere
  kleur kan  gebruiken, maar er is
  nog een manier.

     Opdracht:

  • Zoek de knop van de markeerstift.
  • Selecteer in elke regel een woord en geef het een kleur met de markeerstift.

 

  • Een nieuw stuk tekst moet je bewaren.
  • Dit heet: Opslaan als.
  • De tekst bewaar je als document in je eigen map.
  • Zo kan je het de volgende keer weer makkelijk terug vinden.
  • Doe dat altijd aan het begin.
    Niet als je tekst helemaal af is!!!

 

 

  • Opdracht:
  • Klik op Bestand
  • Kies dan: Opslaan als.
  • Kies dan Word document.

  • Geef het de naam: xxxx.docx in de map Mijn documenten.
    Of sla je bestand op op de D: schijf.

 

 

   

Hoe sla je een bestand op https://www.screencast.com/t/KRt7dupuJlSF