Uitwerkingen

2H02.1 Uitwerkingen ...................................................................................................

   

 

De letters l en b noem je lettervariabelen.

 

   

 

  1. l = 10

  2. l = 5

  3. b (uur)  0 1 2 3  4  5  6  7  8 
    l (cm)  20 17,5 15 12,5 10 7,5 5 2,5 0

 

 

   

 

  1. nummer figuur n   1   2  3 4 5
    aantal stippen 2 6 12 20 30
  2. Antwoord B:   a = n × n + n

  3. a = 10 × 10 + 10 = 110

 

 

   

 

  1. aantal vierkanten  1  2 3 4 5
    aantal lucifers 4 7 10 13 16

  2. Antwoord A: l = 3 × v + 1

  3. l = 3 × 10 + 1 = 31

 

   

 

  1. p = 75 × O - 50

  2. oppervlakte O (m2)  10  20 30 40 50
    prijs p (€) 700 1450 2200 2950 3700
  3. 25m2

 

   

 

 

  1. p  8 10 16 22 32
    c 3 3,5 5 6,5 9
  2. p = 28
    Daar kom je achter door met verschillende getallen in de formule te rekenen, net zo lang tot er 8 uitkomt.

    OF

    Je kunt in de tabel zien dat er voor elke twee scorepunten, een halve punt bij het cijfer komt. Vanaf 6,5 (bij 22 punten) moet je er dan nog 1,5 bij halen. Dat is 1,5 : 0,5 × 2 = 6 punten erbij. Je hebt dus een 8 bij 22 + 6 = 28 punten.