2H02.2 Opgaven ...............................................................................................................
1 | Autorijden |
Een auto rijdt met 1 liter benzine 15 km.
De formule is :
afstand =15 × hoeveelheid benzine
Hoeveel benzine heb je nodig om 90 km te rijden?
Neem over en vul in:
Dus met deze auto kun je met .... liter benzine 90 km rijden.
2 | Kaars |
Voor het branden van een kaars geldt de volgende formule:
lengte = 20 - 2,5 × brandtijd
Bij de formule is een grafiek getekend.
Je wilt weten wanneer de lengte van de kaars 7,5 cm is.
Je moet de vergelijking 20 - 2,5 × brandtijd = 7,5 oplossen.
Wat is de oplossing van de vergelijking?
brandtijd = ..........
Controleer de oplossing door het getal in te vullen in de vergelijking.
3 | Taxi |
De prijs van een ritje met de taxi hangt af van het aantal kilometer van de rit.
Het taxibedrijf Atax gebruikt de volgende formule voor het berekenen van de ritprijs:
Bij de formule is een tabel gemaakt.
afstand a(km) | 0 | 2 | 4 | 6 | 8 | 10 |
ritprijs p (euro) | 4 | 8 | 12 | 16 | 20 | 24 |
Meneer Dekkers maakt een ritje met een taxi van Atax.
Aan het eind van de rit moet hij € 11,- afrekenen.
Welke vergelijking hoort bij een ritprijs van €11,-?
Gebruik de tabel om de oplossing van de vergelijking te vinden.
Controleer de oplossing.
Wat is de oplossing van de vergelijking: 2 × afstand + 4 = 22 ?
afstand = ....
4 | Vergelijkingen oplossen |
Los de volgende vergelijkingen op.
a. | 5 × a = 25 | geeft | a = .... |
b. | 20 - b = 12 | geeft | b = .... |
c. | 7 + 2 × c =15 | geeft | c = .... |
d. | 60 : d = 10 | geeft | d = .... |
e. | e × e = 49 | geeft | e = .... |