Stap 1

Zintuigen
Klaar voor de start ...!

Op de atletiekbaan, in het zwembad of op de ijsbaan gaan de sporters van start wanneer ze het startschot horen.
Geluid is een prikkel die de zintuigcellen in het oor opvangen.
Naast de oren, zijn de ogen belangrijk om goed te presteren.
Licht is de prikkel die de zintuigcellen in de ogen activeren.
Door het opvangen van prikkels om je heen en het verwerken ervan, kun je reageren op je omgeving.
Ogen en oren zijn niet de enige zintuigen in het lichaam.
In deze stap bestudeer je de werking van zintuigen en het reageren op prikkels.

Opdracht 1 Overzicht - deel 1
Bekijk het filmpje:


De hersenen verwerken de informatie die je zintuigen versturen.
Sommige lichaamsdelen hebben meer zintuigcellen dan andere.


Bestudeer uit de Kennisbank de onderstaande onderdelen. Hierin komen veel begrippen voor.
Het gaat dan zowel om de bouw als om de werking van het zenuwstelsel.

Maak met behulp van de begrippen een overzichtelijke samenvatting, woordweb of schema.
Gebruik hierbij eventueel bubbl.us ,www.mindup.com of Popplet.

KB: Zintuigen algemeen
KB: Zintuigen van de huid
KB: Overige zintuigen
KB: Indeling van het zenuwstelsel
KB: Signalen in het zenuwstelsel

Opdracht 2 Regelkring
Je keurt met je ogen en hand de kwaliteit van een perzik. Als de perzik zacht is, is de smaak vast goed.
En de kleur verraadt ook een beetje de smaak.
Kopieer en plak de afbeelding in een document.
Maak de regelkring compleet door de volgende begrippen op de juiste plaats in te vullen:
Prikkel - sensorische neuron - conductor - motorische neuron - respons - receptor - effector - schakelcel

  1. ...
  2. ...
  3. ...
  4. ...
  5. ...
  6. ...
  7. ...

Opdracht 3 Reactiesnelheid
Tussen een prikkel en de respons zit tijd, ook al werkt het zenuwstelsel razend snel. Hoe lang?
Bekijk het filmpje:


Het is fysiek onmogelijk om sneller dan binnen 0,1 seconden op het startschot te reageren.
Test zelf je reactiesnelheid!

  1. Meet je eigen reactiesnelheid met: www.startpuntvoorjetoekomst.nl
  2. In het filmpje wordt een methode voorgesteld om de reactiesnelheid te meten.
    Onderzoek in tweetallen je eigen reactiesnelheid.
    Voer je onderzoek uit en maak hiervan een verslag.
  3. Wat is er gebeurd tussen het ontstaan van de prikkel en het optreden van jouw reactie?
    Geef het antwoord met behulp van een regelkring.