![]() |
![]() |
Struggle for life
Organismen planten zich voort. In het algemeen wordt de groei van een populatie beperkt door de draagkracht van het milieu. Er is voedsel en ruimte voor een beperkt aantal individuen. Daarom is er continue een strijd om het bestaan ofwel een struggle for life. Deze term is afkomstig van de Britse econoom Malthus. Hij concludeerde in 1798 dat armoede en hongersnood het gevolg waren van een te sterke bevolkingsgroei. Toen Darwin dit las, realiseerde hij zich dat dit niet alleen voor de mens gold. Alle soorten produceren meer nakomelingen dan er kunnen blijven leven. Individuen met gunstige eigenschappen zullen dus meer kans hebben te overleven dan andere.
Survival of the fittest en natuurlijke selectie.
Binnen een soort verschillen de verschillende individuen in kenmerken. Er is variatie, de een is net iets sneller dan de ander, heeft net iets scherpere ogen, net iets meer reserve. In de strijd om het bestaan heeft het ene dier of die ene plant dus meer kans om te overleven dan de andere. Het organisme dat het beste is aangepast, overleeft en plant zich voort. Dit heet survival of te fittest.
Een dier dat de struggle for life overleeft, heeft een kans om nakomelingen te krijgen. Zwakke dieren hebben zo dus minder kans om hun genen door te geven dan sterkere. Individuen worden dus door het milieu geselecteerd op hun eigenschappen. Dit heet natuurlijke selectie.