![]() |
Allopatrische soortvorming
Tot voor kort dacht men dat nieuwe soorten alleen konden ontstaan wanneer populaties gescheiden raken door een fysieke barrière, zoals een bergrug of een omgevallen boom. Dit heet allopatrische soortvorming (in verschillende gebieden).
Op eilanden kunnen veel voorbeelden worden gevonden van allopatrische soortvorming. Door genetic drift de invloed van toeval op de verspreiding van genen (Kennisbank "De geldigheid van de Wet van Hardy en Weinberg (VWO)") en verschillen in selectie kan de genenpool van een kleine populatie in betrekkelijk korte tijd veranderen.
Sympatrische soortvorming
Bij sympatrische soortvorming vindt er soortvorming plaats terwijl de populaties dezelfde habitat delen. Er is dan geen sprake van een geografische barrière, zoals een bergketen, rivier of zee.
Een voorbeeld hiervan zie je bij vissen waarvan de vrouwtjes alleen maar paren met mannetjes met een bepaalde kleurschakering. Hierdoor zijn vissen met verschillende kleurvoorkeuren wat betreft de voortplanting van elkaar geïsoleerd. Hoewel de vissen sympatrisch (naast elkaar) voorkomen, zijn ze toch gescheiden.
Meestal ontstaat er eerst een subpopulatie. Binnen die subpopulatie wordt meer gepaard dan tussen de subpopulatie en de hoofdpopulatie. Als de seksuele afzondering lang genoeg voortduurt, kan er sympatrische soortvorming optreden.