Stap1

Wat is kanker?
Bekijk het filmpje:

Wat zijn de kenmerken van kwaadaardige kanker?
Welke oorzaken kunnen tot kanker leiden?
Wissel de antwoorden uit met een klasgenoot.

Bestudeer uit de Kennisbank:

KBKanker en biotechnologie
KBGenmutatie

Opdracht 1 Kanker

  1. Welke vormen van kanker ken je? Noteer minstens drie vormen.
  2. Noteer ten minste drie verschillen tussen een goedaardig en een kwaadaardig gezwel.
  3. Wat wordt bedoeld met metastase?
  4. Losgeslagen kankercellen vestigen zich vaak in het eerste haarvatennet dat ze tegenkomen.
    Bekijk een schema van de bloedsomloop en leg uit waardoor borstkankercellen zich vaak uitzaaien naar de long en darmkankercellen naar de lever.

Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.

Opdracht 2 Wat veroorzaakt kanker?
In het lichaam vinden miljoenen celdelingen per dag plaats.
Daar kan soms wel iets misgaan: een mutatie.
Of iemand kanker krijgt hangt af van de leefstijl en de omgeving waarin je leeft, erfelijke aanleg en toeval.

Maak een overzichtje van de risicofactoren die in het filmpje zijn genoemd.

Bij een aantal opeenvolgende mutaties in één cel kan kanker ontstaan.
Deze mutaties zitten alleen in de beschadigde lichaamscellen. Ze zitten niet in de geslachtscellen.
Daarom worden ze niet doorgegeven aan een volgende generatie. Dergelijke mutaties in genen zijn dus niet erfelijk.

Een mutatie kan ook plaatsvinden in een geslachtscel. Wanneer een gemuteerde eicel samensmelt met een zaadcel (of andersom) tijdens de bevruchting, zal in alle lichaamscellen van het embryo een mutatie te vinden zijn die de gevoeligheid voor kanker verhoogt.
Zo iemand heeft een erfelijke aanleg voor kanker en een verhoogd risico op het ontstaan van kanker.
Een dergelijke mutatie kan dan weer worden doorgegeven aan de volgende generatie.

Virussen
Virussen kunnen ook zorgen voor mutaties van cellen en daardoor kanker veroorzaken. Het humaan papillomavirus (HPV) veroorzaakt baarmoederhalskanker. HPV wordt overgedragen door contact tussen de slijmvliezen van de penis, vagina of anus. Het virus kan ook op de onderbuik en billen zitten en tijdens het vrijen via de huid, vingers of mond worden overgedragen. Een condoom beschermt om HPV te voorkomen niet voldoende. Besmetting met hepatitis B-virus (HBV) of hepatitis C-virus HCV) gaat gepaard met een sterk verhoogd risico op leverkanker.

Toelichting van de begrippen uit de afbeelding.
 

Chemische stof:
Stoffen zoals benzeen en asbest zijn mutageen.
 
Genfouten:
​Deze kunnen van ouders op kinderen worden overgedragen en op een bepaalde leeftijd voor problemen zorgen.
Straling:
​Röntgenstraling en radioactieve straling zijn mutaties.
Reparatie:
​Veel fouten worden door de cel zelf gerepareerd.
Virus:
Sommige virussen kunnen DNA beschadigen.
 
Celdood:
​Veel cellen waarin mutatie plaatsvindt, gaan vanzelf dood of stoppen met de celcyclus.
Gevaarlijke stoffen binnen de cel:
​Deze kunnen per ongeluk ontstaan.
 
Mutatie:
​De nakomelingen van de stamcel bevatten een beschadiging in hun DNA: een mutatie.

 

Opdracht 3 Cijfers over kanker
Ga naar www.cijfersoverkanker.nl
Deze website is bedoeld voor oncologen en bevat alle cijfers die bekend zijn over het voorkomen, de kans op genezing en sterfte van kankerpatiënten.

Beantwoord de volgende drie vragen:

  1. Wat kun je zeggen over het voorkomen (incidentie) van alle tumoren in Nederland in de afgelopen 10 jaar?
    Print de lijngrafiek uit. Welke conclusie kun je trekken?
  2. Onderzoek de kans op overleving van kankerpatiënten tot 10 jaar na de diagnose ‘kanker’?
    Print de grafiek uit. Welke belangrijke conclusie kun je hieruit trekken?
  3. Geef hiervoor een verklaring.