Allergische reactie

Een allergische reactie treedt op tegen een ziekteverwekkende lichaamsvreemde stof. Dat kunnen cellen zijn zoals stuifmeelkorrels (pollen), maar ook metalen bijvoorbeeld zilver kunnen een allergische reactie starten.
De begrippen gevoeligheid of overgevoeligheid duiden op een reactie van het afweersysteem. Onmiddellijke overgevoeligheid (allergie) wordt veroorzaakt een snelle reactie van het afweersysteem na blootstelling aan een allergeen.
Helper T-cellen (TH–cellen) komen in contact met allergeen presenterende macrofagen en activeren B-lymfocyten die meer antistoffen gaan maken.
Bij een allergische reactie wordt een bepaald type antistof geproduceerd en er ontstaan ook geheugen cellen. Deze antistoffen (IgE) binden aan zogenaamde mestcellen die histamine en andere stofjes gaan maken. Bij een tweede blootstelling aan de allergene stof komst histamine vrij uit de mestcellen.

Vaatverwijding, vernauwing van de bronchiën en slijmvorming zijn het resultaat. Uitgestelde overgevoeligheid, bij contact met metalen (koper, zilver) of planten (diffenbachia) ontstaat wanneer eerst weer mestcellen geactiveerd moeten worden. Het produceren van nieuwe antistoffen kost een paar dagen.