MHC en transplantatie

Bij een transplantatie komen er donorcellen met hun eigen combinatie antigenen in het lichaam. De antigenen van de donor zijn gekoppeld aan het Major Histocompatibility Complex (MHC). Er zijn twee typen: MHC-1 bevindt zich in alle cellen met een kern. MHC-II bevindt zich alleen op cellen van het afweersysteem zoals macrofagen en lymfocyten.

Het afweersysteem van de ontvanger ziet de antigenen van de donorcellen als vreemd en reageert erop. De donorcellen worden verzwolgen door macrofagen.
De macrofagen presenteren de vreemde antigenen in hun eigen MHC-II. Hiermee geven ze aan dat het afweersysteem op gang moet komen en de afweerreactie gaat verhevigd verder. Cytotoxische T-cellen doden de vreemde cellen. Alleen een afweeronderdrukkend medicijn kan afstoting van het getransplanteerde orgaan voorkomen.