Stap 2

Organen

Je hebt van de verschillende orgaanstelsels enkele belangrijke organen gezien.
Weet je welk orgaan tot welk orgaanstelsel behoort?

Opdracht 3: Probeer alle acht vragen goed te beantwoorden. Download ze eerst in een google document en lever dit aan het eind van de paragraaf in op classroom. Geef met een andere kleur aan welk antwoord correct is.

  1. Welk orgaan behoort tot het bloedvatenstelsel?
    1. long
    2. luchtpijp
    3. aorta
    4. hersenen
  2. Welk orgaan behoort tot het ademhalingsstelsel?
    1. luchtpijp
    2. maag
    3. urineblaas
    4. biceps
  3. Welk orgaan behoort tot het verteringsstelsel?
    1. hart
    2. darmen
    3. urineblaas
    4. vagina
  4. Welk orgaan behoort tot het voortplantingsstelsel van de man?
    1. dunne darm
    2. ruggenmerg
    3. wervelkolom
    4. eikel
  5. Welk orgaan behoort tot het spierstelsel?
    1. wervelkolom
    2. baarmoeder
    3. buikspier
    4. ruggenmerg
  6. Welk orgaan behoort tot het botstelsel?
    1. hart
    2. maag
    3. eierstok
    4. rib
  7. Welk orgaan behoort tot het voortplantingsstelsel van de vrouw?
    1. eierstok
    2. balzak
    3. hersenen
    4. biceps
  8. Welk orgaan behoort tot het zenuwstelsel?
    1. maag
    2. longen
    3. hersenen
    4. aorta

Opdracht 4: Maak van de methode biologie voor jou ( in SOM ) de opdrachten van paragaaf 3.1.

                     (Thema 3 organen en cellen , basisstof 1.)