X-chromosomale genen

Jongen of meisje zijn wordt bepaald door je genen. Sterker nog, er is een chromosomen paar dat bij mannen en vrouwen verschillend is.

Naast 22 paren autosomen heb je als man een X- en een Y-chromosoom.
Vrouwen hebben twee X-chromosomen.
Het aantal genen dat op de geslachtschromosomen ligt is verschillend. Het Y-chromosoom draagt weinig genen. Vrouwen kunnen voor een eigenschap op het X chromosoom heterozygoot zijn. Mannen niet!
Eigenschappen die op de geslachtschromosomen liggen noemen we geslachtsgebonden of X-chromosomale eigenschappen.

Mannen hebben bij een defect gen op het X-chromosoom meer kans op een afwijking als vrouwen. Omdat vrouwen twee X-chromosomen hebben, wordt één defect gen meestal gecompenseerd door een gezond allel. Een vrouw met zo’n defect gen heet draagster.
Bij mannen wordt een defect gen op een X-chromosoom niet gecompenseerd, omdat het Y-chromosoom niet dezelfde genen bevat. Spierdystrofie, hemofilie en kleurenblindheid worden veroorzaakt door een defect gen op het X-chromosoom. Deze ziekten komen veel vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.

Een aanwijzing over de plaats van een gen kan voort-komen uit stamboomonderzoek. Dochters hebben altijd één X chromosoom van hun vader en één van hun moeder; zonen hebben het X-chromosoom altijd van hun moeder. Men spreekt wel van geslachtgekoppelde overerving.

Bekijk de animatie 'X-chromosomaal' op www.bioplek.org