Homozygoot en heterozygoot

In het kruisingsschema zie je drie verschillende
genotypen voor de bloemkleur bij erwten.
Het gen/allel voor roze bloemen (B) is dominant,
het gen/allel voor witte bloemen (b) recessief.
De genotypes BB en bb zijn homozygoot, het
genotype Bb is heterozygoot.
De drie genotypes komen tot uitdrukking als
twee verschillende genotypes:
wit (bb) en roze (BB en Bb).

Een allelenpaar van een gen bevat informatie voor een eigenschap.
Als beide allelen dezelfde informatie bevatten spreken we van een homozygoot genotype.
Wanneer de allelen verschillende informatie bevatten heet het genotype heterozygoot.

Op een bepaalde plaats (locus) op een chromosoom bevindt zich de informatie voor het wel of niet kunnen tongrollen.
Wanneer de ene ouder uit een familie van allemaal tongrollers komt en de andere ouder uit een familie waar niemand dat kan.
Dan krijgen hun kinderen zowel het allel voor tongrollen als het allel om dat niet te kunnen.