Genotype en chromosomen

De oorlel kan zowel los van de schedel staan als ermee vergroeid zijn.
Deze eigenschap is erfelijk bepaald. Niet-vergroeide oorlellen komen
vaker voor dan vergroeide oorlellen. Het gen voor niet-vergroeid is
dominant, het gen voor vergroeid recessief.

Erfelijke eigenschappen van een organisme zijn gecodeerd in DNA. Al het DNA van een organisme noemen we het genoom.
Dat genoom bevat bij de mens ongeveer 30.000 genen. Een gen is een stukje DNA dat de code bevat voor een eigenschap.
De eigenschap oogkleur kent verschillende verschijningsvormen.
Er zijn mensen met blauwe of bruine ogen. Het gen voor oogkleur heeft dan twee allelen. Een alle voor blauwe en een allel voor bruine oogkleur.

De verzameling genen ofwel allelen wordt het genotype genoemd. Meestal wordt dit begrip gebruikt voor een deel van de verzameling. Zo kun je het hebben over het genotype voor de huidskleur.
Dit zijn alleen de genen die de informatie bevatten voor de huidskleur. De meeste eigenschappen worden bepaald door samenwerking van verschillende genen.