De toegenomen kennis over het functioneren van cellen en DNA heeft invloed op allerlei terreinen van de wetenschap, ook op de gezondheidszorg. Voor veel medisch biologen en artsen is het willen begrijpen van de processen die zich in een cel afspelen een belangrijke motivatie om hun werk te doen. Op die manier kun je immers beter begrijpen hoe ziekten ontstaat en hoe ze eventueel zijn te behandelen. Moderne biotechnologie is bij dat onderzoek onmisbaar.
Een belangrijke mijlpaal in de klassieke biotechnologie is de industriële productie (ca. 1950) van de eerste antibiotica door schimmels.
Moderne biotechnologie speelt inmiddels een rol op allerlei fronten, zoals de ontwikkeling van medicijnen en vaccins. Dankzij de kennis van het DNA-profiel van de patiënt kunnen medicijnen en behandelingen bovendien beter op elke patiënt afgestemd worden. Daardoor worden behandelingen efficiënter en zijn er minder bijwerkingen.