Vlees van landbouwhuisdieren zou je een product van de klassieke biotechnologie kunnen noemen. Door fokken en selecteren zijn de beste vleesrassen ontstaan.
De vleesproductie verandert sterk door de mogelijkheden van de moderne biotechnologie. Niet doordat aan de dieren zelf wordt gesleuteld, maar wel door de veranderingen aan te brengen in de genen van planten die als veevoer worden gebruikt.
Door enzymen toe te voegen aan het voer wordt de verteerbaarheid beter is. Dat heeft allerlei voordelen: er is minder mest, en de mest is van betere kwaliteit.
Een voorbeeld: in sommige plantaardige voedingsproducten, met name in granen, bonen en erwten komt een groot deel van het fosfor (een belangrijk mineraal in de voeding) voor in de vorm van fytaat. Fytaat is met name voor dieren met één maag (varkens en kippen) slecht verteerbaar. Het komt grotendeels in de mest terecht. Veel schimmels in de bodem maken het enzym fytase, waardoor ze fytaat kunnen afbreken tot anorganisch fosfaat. Er komt dus veel fosfaat in de bodem, terwijl er extra fosfaat aan het voer van de dieren moet worden toegevoegd.
Een oplossing is fytase toe te voegen aan het voer. Een volgende stap is een fytase-gen in te bouwen in de voederplant.
Kweekvlees en vleesvervangers
Het eten van vlees is uit het oogpunt van het milieu erg onvoordelig. Hoe verder in de voedselketen, hoe meer energie er immers verloren gaat. Bovendien veroorzaakt de mest problemen: eutrofiering, zure regen en toename van broeikasgassen.
Een alternatief is het eten van kweekvlees: vlees dat geproduceerd wordt uit stamcellen die zich ontwikkelen tot spiercellen. Het proces staat echter nog in de kinderschoenen. Het vlees kost nu per kilo nog honderden euro’s.
Het eten van insecten (als larve, pop of als volwassen dier) is ook een mogelijkheid. Insecten zetten voeding ongeveer drie tot vijf keer efficiënter om in vlees dan varkens, kippen of runderen. Eén van de redenen daarvoor is dat insecten geen energie gebruiken om hun lichaam op temperatuur te houden.
Een alternatief is een vegetarische voeding: eiwitten afkomstig uit planten, gisten of schimmels. Het product Quorn wordt gemaakt op basis van het dradennetwerk (mycelium) van een schimmel.