Klassieke plantenveredeling

De klassieke plantenveredeling berust op twee peilers: genetische variatie en selectie van de planten met de meest gunstige combinatie van eigenschappen. Bij planten die zich geslachtelijk voortplanten is de genetische variatie groot, maar alleen als de bloemen worden bestoven via kruisbestuiving. Bij planten met ongeslachtelijke voortplanting of zelfbestuiving is de variatie heel klein en is veredelen dus lastiger.

Bij veredelen is het meestal de bedoeling om één gewenst kenmerk over te dragen van een bepaald ras op een ander commercieel interessant ras. Bijvoorbeeld resistentie tegen schimmels uit het ene ras in een ander ras met een hoge opbrengst. Men selecteert de nakomelingen met de gewenste combinatie van eigenschappen en kruist ze opnieuw met de oorspronkelijke, commercieel interessante plant. Dit proces herhaalt men 8 tot 10 keer met als resultaat een plant die zoveel mogelijk op de commercieel interessante plant lijkt en bovendien de gewenste nieuwe eigenschap bevat.

Klassiek met een modern tintje
Bij eigenschappen als plantgrootte of zaadopbrengst zijn vaak veel meer genen betrokken, wat de veredeling ingewikkelder maakt. Daarom is de laatste jaren veel geïnvesteerd in de verbetering van de selectiemethoden.
Als de gewenste genen bekend zijn, en ook de naburige genen, kan van iedere nakomeling met behulp van moleculaire DNA-marker technieken bekeken worden welke combinatie van genen in het DNA aanwezig is. De nakomelingen met de meest gunstige combinatie van genen kunnen worden gebruikt om verder te kruisen.
Op dezelfde wijze kunnen kwekers ook genen voor remmende factoren veel sneller uit het gewas wegveredelen.

Klassieke veredeling valt niet onder het patentrecht. Zowel de Europese patentrichtlijn als de Europese Patentconventie verbieden het patenteren van "wezenlijk biologische processen". Proefprocessen moeten nog uitwijzen in hoeverre dit geldt voor deze DNA-marker ondersteunde veredeling.

DNA merkers worden gebruikt om te kijken of een zaailing een interessant alle bevat. Hier is de marker voor rood vruchtvlees te zien als een extra DNA bandje op de agarose gel.