Van het begrip Biotechnologie zijn veel definities in omloop.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid omschrijft biotechnologie als: het gebruik van biologische systemen voor het maken van producten en het verrichten van diensten.
In die zin wordt biotechnologie al eeuwen toegepast in landbouw en veeteelt. Ook de bewerking van producten uit landbouw en veeteelt met behulp van micro-organismen (bacteriën en schimmels) is al eeuwen oud. Denk aan de bereiding van brood, kaas, wijn en bier.
Inmiddels gebeurt er veel meer met biotechnologie. De ontdekking van DNA en de steeds grotere kennis over de cel als levend systeem, maken steeds meer toepassingen mogelijk. Zo kunnen bacteriën geneesmiddelen maken; andere bacteriën zijn geschikt gemaakt om allerlei afvalstoffen op te ruimen.
Deze toepassingen zijn mogelijk dankzij modern biomoleculair onderzoek zoals bijvoorbeeld Genomics en bio-informatica (bijvoorbeeld het vergelijken van DNA volgordes met de computer). Door middel van bioprocestechnologie wordt het industrieel gebruik van micro-organismen steeds verder geoptimaliseerd.
Moderne biotechnologie roept ook veel vragen op. In 'biotechnologie' lees je meer over de mogelijkheden en in 'dilemma's' over de discussie rond de toepassing van biotechnologie.
Voor de meest gebruikte technieken kun je raadplegen:
Genomics
Stamcellen
Toepassing van stamcelonderzoek
Kanker en biotechnologie
Erfelijkheidstechnieken