![]() |
![]() |
DNA is vrij eenvoudig te isoleren.
Op school kun je bijvoorbeeld met een keukenmachine kiwipulp maken. Vervolgens is het een kwestie van de juiste oplosmiddelen kiezen om het DNA te isoleren.
Door het toepassen van verschillende technieken kan het DNA worden geknipt en geplakt en zelfs tussen verschillende soorten worden uitgewisseld.
DNA isoleren
Om DNA uit cellen te halen moeten de cellen worden opgebroken. Dat kan bijvoorbeeld door een soort zeep toe te voegen, waardoor de celmembraan uit elkaar valt en de inhoud van de cel vrijkomt.
Het DNA, RNA en de eiwitten worden minder oplosbaar gemaakt door zout toe te voegen. Eiwitten en RNA worden door toegevoegde enzymen afgebroken.
Door het mengen met ijskoude alcohol slaat het DNA neer. Het kan nu uit de oplossing worden gehaald.
DNA knippen en plakken
In de jaren 60 van de vorige eeuw ontdekte men enzymen in bacteriën die bepaalde volgorden in DNA herkennen en het DNA op die plaatsen in stukken knippen. Deze restrictie-enzymen zijn waarschijnlijk een bescherming tegen binnengedrongen virus-DNA.
Moleculair biologen maakten dankbaar gebruik van deze enzymen. Ze konden nu bepaalde DNA fragmenten uitknippen. De bacteriën bleken bovendien ook plak-enzymen te bezitten: ligases, waarmee de fragmenten weer aan elkaar kunnen worden gelijmd. Elk restrictie-enzym herkent een eigen specifieke nucleotidenvolgorde, meestal 4 tot 8 nucleotiden lang. Karakteristiek voor de sequentie is dat het een palindroom is: van links naar rechts of van rechts naar links gelezen dezelfde. Omdat bij iedere soort (zelfs bij ieder individu) de nucleotidevolgorde in het DNA uniek is, zullen restrictie-enzymen bij ieder individu een andere stukje uitknippen. Er ontstaan dus stukken DNA met een unieke sequentie en lengte. Uiteraard zijn er ook stukken met dezelfde lengte, als de DNA sequentie precies gelijk is op sommige plaatsen.
Vaak ontstaan bij het knippen enkelstrengs DNA stukken op de plaats van de knip. Deze delen, de sticky ends, maken het mogelijk een DNA fragment in een ander opengeknipt DNA molecuul in te “plakken”, zelfs in het DNA van een andere soort. Zo ontstaat recombinant DNA. (zie ook "Genetische modificatie")