Inbouwen in plasmiden

Elke bacterie heeft behalve een groot chromosoom ook nog kleine cirkelvormige DNA-moleculen, de plasmiden. Die plasmiden kunnen ze vrij gemakkelijk van de ene naar de andere bacterie overbrengen.
Wanneer je een ‘vreemd’ DNA-stukje in zo’n plasmide inbrengt, heeft dit geen effect op het vermenigvuldigen van het bacterie DNA bij de celdeling:
de bacterie zal de plasmide gewoon verdubbelen. Behalve het vermenigvuldigen van ‘vreemd’ DNA, kan de bacterie er ook toe aangezet worden om het vreemde DNA af te lezen en in eiwitten te vertalen. Alle nieuwe bacteriën hebben vervolgens deze eigenschap omdat ze door deling uit één cel zijn ontstaan.
We spreken van een kloon.

Wanneer DNA in cellen van een andere soort tot expressie komt, noemen we die soort transgeen.
Men spreekt van cisgeen als het ontvangende organisme wel van dezelfde soort is, maar bijv. van een ander ras.