Sommige eiwitten worden gemaakt door vrij in het cytoplasma zwevende ribosomen en ondergaan hun verdere bewerkingen in het cytoplasma.
Dit kunnen bijvoorbeeld enzymen zijn voor de glycolyse.
Andere eiwitten ondergaan hun bewerking tot actief enzym in het endoplasmatisch reticulum (E.R.).
De ribosomen maken dan eerst contact met het membraan van het E.R.
De eiwitten worden gemaakt in de ruimte van het E.R. Vervolgens worden de eiwitten in het E.R. bewerkt (door enzymen) tot ze de juiste structuur hebben. De volgende stap is dat de geproduceerde eiwitten in blaasjes verpakt worden, waarna ze worden losgelaten in het cytoplasma.