Ook binnen de cel worden processen voortdurend bijgestuurd. In KB "Remming" kun je lezen dat de werking van enzymen op verschillende manieren kan worden geremd.
Ook heb je waarschijnlijk al kennisgemaakt met de zogenaamde regulatorgenen (KB "Verschillende typen genen"). Zij coderen voor eiwitten die de transcriptie kunnen beïnvloeden.
Zo´n transcriptiefactor kan een stimulerende (activator) of een remmende factor (repressor) zijn.
Soms is de omgeving van de cel ongunstig om te overleven. Denk aan hoge of juist heel lage temperatuur, afwijkende pH, zuurstofgebrek of giftige stoffen.
Deze omstandigheden kunnen eiwitten in de cel beschadigen. De snelle reacties van de cel om de schade zo klein mogelijk te houden, wordt de stress respons van de cel genoemd.
Signaaleiwitten voor allerlei lichaamsprocessen in de cel worden in vorm gehouden door eiwitten die chaperonnes heten. Het belangrijkste daarvan is HSP90 (Heat shock Protein). Dit eiwit komt voor bij bijna alle organismen ter wereld en maakt 1 -2 % van alle eiwitten in de cel uit. Bij stress worden er meer HSP’s gemaakt.
De chaperonnes zijn niet specifiek voor de veroorzaker van de schade. Onder verschillende soorten stress worden dezelfde eiwitten gemaakt.
Als de stress te groot is, ontstaat er een tekort aan HSP, waardoor lichaamsprocessen variabel worden.