Twee typen hormonen - VWO

Hormonen zijn kleine moleculen, meestal peptiden (bijvoorbeeld insuline) of steroïden (bijvoorbeeld testosteron). Steroïde hormonen hebben een overeenkomstige chemische structuur want ze zijn afgeleid van een vet, meestal cholesterol. Dat betekent dat deze hormonen goed in vet oplosbaar zijn en makkelijk membranen passeren. Ze zijn niet polair en lossen daardoor niet op in water. Ze kunnen alleen via het bloed worden vervoerd via een carrier-eiwit.
Ze worden maar door een paar organen gemaakt zoals de bijnierschors en de geslachtsorganen.

Peptide hormonen worden op veel plaatsen in het lichaam gemaakt, zoals de hypofyse de alvleesklier, het spijsverteringskanaal (gastrine) en het vetweefsel (leptine). Ze bestaan uit eiwitten (peptiden) en zijn moeilijk in vet oplosbaar. De manier waarop de twee groepen hormonen de cel beïnvloeden is verschillend. Steroïde hormonen kunnen de celmembraan makkelijk passeren. Ze lossen goed op in vet en dus ook in de celmembraan (die immers uit fosfolipiden bestaat). De receptoren liggen meestal in de kern, soms ook in het cytoplasma.

Wanneer ze geactiveerd worden, beïnvloeden ze de transcriptie van het DNA in de celkern. Er wordt een bepaald eiwit gevormd, dat een functie kan hebben als hormoon, enzym, enzovoort. Welk eiwit er als reactie op het hormoon wordt gevormd, is afhankelijk van het type doelwitcel.
Peptide hormonen kunnen de celmembraan niet passeren. De receptoren voor deze hormonen liggen in de buitenzijde van de celmembraan. Als een receptor een hormoon bindt, komt er een reactieketen op gang waarbij een tweede boodschapperstof (second messenger) wordt aangemaakt. De eindproducten van de reactieketen veranderen de fysiologische activiteit van de cel, bijvoorbeeld doordat ze een enzym activeren of de eiwitsynthese bevorderen. Het voordeel van deze waterval van reacties is dat er per stapje controle kan zijn. Daarnaast blijkt ook vaak een versterking van de reactie op te treden. Door deze second messenger (vaak cAMP) kunnen bijvoorbeeld ion kanalen in de membranen geopend worden.