Vorm en functioneren
Je hebt kunnen lezen dat de vorm van een plant of dier en de manier waarop een plant of dier funcitoneert (hoe hij aan voedel komt, hoe hij zich verdedigt tegen vijanden, hoe hij leeft in een bepaald klimaat, etcetera) met elkaar overeenkomen en passen bij de omgeving waarin een plant of dier leeft.
Doe nu een klein onderzoek naar een zelfgekozen plantensoort of diersoort en bepaal op welke manier deze vorm en het functioneren van deze soort met elkaar overeenkomen en hoe de aanpassing van deze soort past bij de omgeving waarin hij leeft.
Je schrijft je bevindingen op in een kort stukje tekst, van maximaal 250 woorden.