1. Stam

Stam (van het werkwoord):

De stam is de kortste vorm van het werkwoord, namelijk de ik-vorm in de tegenwoordige tijd.

Zoals: Ik loop - Loop ik?

Je vindt de stam door twee manieren:

1. Het weglaten van -en bij het hele werkwoord, zoals: kijken – ik kijk, fietsen – ik fiets

2. Soms komt er een extra klinker erbij, verandert er een letter en wordt er een medeklinker weggelaten, zoals: eten – ik eet (toevoeging -e), horen – ik hoor (toevoeging -o), verhuizen - ik verhuis, graven- ik graaf.

 

Instructiefilmpje: Stam van het werkwoord https://www.youtube.com/watch?v=6Wed2UpUwIM