Stam + en:
Bij het vorige onderdeel heb je geleerd dat als het onderwerp van de zin 'iemand anders' is, dat je dan stam + t gebruikt, zoals: hij loopt, zij loopt, men loopt, de groep loopt, het dier loopt, enz. Kun je het werkwoord 'lopen' vervoegen in de volgende zinnen: Jij.....-......jij? - Hij......
Als je het niet meer zeker weet, lees dan terug of vraag je medeleerlingen of je docent om feedback.
Bij dit onderdeel leer je het gebruik van stam + en.
Bij zinnen met als onderwerp meerdere mensen (meervoud) dan gebruik je het hele werkwoord stam + en.
Voorbeelden: