Zintuigcellen die de samentrekking van spieren registreren heten spierspoeltjes. Het zijn uitlopers van gevoelszenuwcellen. Spierspoeltjes zijn vooral te vinden tussen de spiervezels van spieren die verantwoordelijk zijn voor de lichaamshouding. Ze liggen spiraalsgewijs rondom een gedeelte van de dwarsgestreepte spiervezels. Deze receptoren zenden informatie door naar de hersenen over de rekbaarheid van de spieren. Ze wisselen daar in een constante stroom informatie over uit.
Wanneer de spiervezels langer worden (oprekken), registeren de spierspoeltjes dit. Zo ontstaat een impuls in de gevoelszenuw. Wanneer de spier oprekt neemt de impulsfrequentie toe, bij verkorting af. De impuls bereikt via het centrale zenuwstelsel en een bewegingszenuw de spiervezels, waardoor ze weer samentrekken. Tegelijkertijd wordt de antagonist van de spier geremd, door middel van schakelcellen in het centrale zenuwstelsel.