Het hart is een holle spier, gevuld met bloed, waarvan het spierweefsel dwarsgestreept is.
Toch is de hartspier anders dan een skeletspier. Hartspiercellen communiceren via direct celcontact, in plaats van via zenuwcellen.
Eén impuls leidt altijd tot een samentrekking van het hele hart. Wanneer het hart samentrekt is het ongevoelig voor nieuwe impulsen. Ook wordt de hartspier niet vermoeid zoals skeletspieren.
De hartslagfrequentie en de mate van samentrekking van het hart worden door het autonome zenuwstelsel aan gepast aan de behoefte van het lichaam.