Signalen in het zenuwstelsel

Agnosie is een aandoening waarbij mens het vermogen om personen, voorwerpen, geluiden, geur en dergelijke te herkennen missen, terwijl waarneming door zintuigen wel in orde is. Je ziet hier de resultaten van een test. Links moest de patiënt de figuur uit de linkerkolom aangeven in de vier mogelijkheden ernaast. Rechts ,moest de vorm worden nagetekend.


Vaak ben je je niet bewust van de signalen in je zenuwstelsel. Behalve natuurlijk als je je flink bezeert!
Ook als de werking van het zenuwstelsel verstoord is, bijvoorbeeld na een hersenbloeding, wordt pas goed duidelijk hoe belangrijk het zenuwstelsel is.
Bepaalde bewegingen zijn niet meer mogelijk of signalen uit de zintuigen komen niet meer aan in de hersenen.

Zenuwcellen of neuronen.
Een zenuwcel of neuron is meestal opgebouwd uit drie delen: een cellichaam (met celkern), een aantal korte uitlopers en een lange uitloper. De korte uitlopers die signalen naar het cellichaam toe geleiden heten dendrieten.
Het axon is de lange uitloper die het signaal van het cellichaam af geleid. Axonen eindigen in kleine blaasjes, de synapsen. Zij maken contact met een andere zenuwcel, een spiercel of een hormoonvormende cel.
Buiten het centrale zenuwstelsel zijn de axonen en dendrieten gebundeld en omgeven door een laagje bindweefsel. Zo’n bundel uitlopers heet een zenuw. Zenuwcellen kunnen signalen van zintuigcellen vervoeren of ze geleiden signalen naar spieren of klieren.
Signalen in zenuwcellen, de impulsen, zijn elektrische stroompjes
(de actiepotentialen).