Actiepotentiaal

De concentratie K+ is binnen in de zenuwcel groter dan er buiten. Voor Na+ en Cl- geldt het omgekeerde. Je spreekt van de rustfase. Een prikkel van een membraangedeelte verhoogt de doorlaatbaarheid voor Na+. Na+-ionen stromen de cel in terwijl K+ de cel uitstroomt. Daardoor begint de depolarisatie van de membraan. Aan het einde van de depolarisatiefase is de membraanpotentiaal +50mV. Daarna stopt de instroom van Na+ en begint de instroom van K+. Deze fase heet de repolarisatiefase.

Omdat de K+ instroom iets trager op gang komt schiet de membraanpotentiaal terug onder de waarde in rust, de relatieve refractaire periode. Daarna is de membraanpotentiaal weer zoals voor de prikkel.

De fasen van repolarisatie en relatieve refractaire periode noem je ook wel de absoluut refractaire periode. In die periode is het membraangedeelte niet prikkelbaar.