Recycling van neurotransmitters

Voor de knal van een rotje maakt het niet uit of je de lont met een lucifer of met een vlammenwerper aansteekt. Het is alles-of-niets.
In een zenuwcel geldt hetzelfde principe.
Zodra een membraangedeelte geprikkeld wordt zal er een depolarisatie opgang komen.
Wanneer de prikkelsterkte zo groot is dat de membraan, van bijvoorbeeld -70mV naar -50mV, wordt gedepolariseerd dan ontstaat een actiepotentiaal.

De -50mV is de drempelwaarde. Een zwakkere prikkel die de membraandepolarisatie onder de -50mV brengt dooft uit.
Een sterkere prikkel veroorzaakt één of meer actiepotentialen. Daarbij wordt de prikkelsterkte vertaald in het aantal actiepotentialen per tijdseenheid.
De frequentie actiepotentialen kan ook weer worden vertaald in een grotere neurotransmitterproductie door een synaps.

Neurotransmitters diffunderen via de synaptische speelt naar receptoren op de post-synaptische membraan. Ze maken contact met receptoren in die membraan.

Acetylcholine is een exciterende neurotransmitter. Nadat het membraangedeelte is gedepolariseerd gaat het enzym acetylcholine-esterase de acetylcholine afbreken. De beide losse brokstukjes worden weer terug genomen in de synaps. Op die manier kan weer nieuwe acetylcholine in de synaps worden gemaakt.
De inwerking van de neurotransmitter op de receptor is van korte duur.