Evenwicht/gehoor

Evenwicht
De drie halfcirkelvormige kanalen staan loodrecht op elkaar voor de coördinatie in een 3D-omgeving (lengte, breedte, hoogte). In de kanaaltjes zit een vloeistof: endolymfe. Wanneer het hoofd beweegt gaat de vloeistof stromen. Zintuigcellen, kleine haartjes die in de vloeistof uitsteken, buigen door de stroming om. Zintuigcellen sturen impulsen naar de hersenen en er wordt geregistreerd hoe het hoofd beweegt (ja-knikken, nee-schudden en hoofd kantelen) en in welke stand het hoofd staat.

Aan de halfcircelvormige kanalen zitten twee evenwichtszakjes. Net als de halfcircelvormige kanalen zijn ze gevuld met vloeistof en zintuigcellen.
Op deze zintuigcellen liggen kleine oorsteentjes. Als de stand van het hoofd verandert, buigen de korreltjes de haartjes. Daardoor ontstaan in de zintuigcellen impulsen richting de hersenen.

In tegenstellingen tot de halfcirkelvormige kanalen zijn de evenwichtszakjes niet gevoelig voor draaibewegingen van het hoofd, maar voor lineaire bewegingsveranderingen (bijv. in een lift of auto).

Er zijn meer zintuigen die je helpen bij het bewaren van je evenwicht, zoals je ogen, rekzintuigen in de spieren en drukzintuigen in de gewrichten.
De hersenen ontvangen impulsen uit al deze zintuigen en nemen maatregelen om je evenwicht kan bewaren. Voor de coördinatie van de bewegingen zijn de kleine hersenen van belang.

Gehoor
Het oor is verdeeld in drie delen – het buitenoor (oorschelp), het middenoor en het binnenoor.
Het middenoor achter het trommelvlies is gevuld met lucht. Lucht komt via de neus in een dun kanaal genaamd de buis van Eustachius. In het middenoor zitten drie gehoorbeentjes: hamer, aambeeld en stijgbeugel. Het binnenoor bevat het slakkenhuis en drie halfcirkelvormige kanalen.

Geluid ontstaat door trilling van de lucht. Bij geluid gaat het trommelvlies trillen. Via de gehoorbeentjes wordt de trilling van het trommelvlies overgebracht op de vloeistof van het slakkenhuis. Zintuigcellen in het slakkenhuis hebben haartjes die met de vloeistof kunnen meetrillen. Daarbij worden impulsen opgewekt. Vanaf het slakkenhuis gaan impulsen door de oorzenuw naar de hersenen. Via de buis van Eustachius staat het middenoor in verbinding met de neus-keelholte, zodat de luchtdruk aan beide kanten van het trommelvlies gelijk kan blijven.