Accomoderen

De ooglens bevindt zich achter de pupil. De ooglens breekt de lichtstralen zodat er een scherp beeld ontstaat op het netvlies achterin de oogbol.
Het netvlies bevat zintuigcellen.
Scherp stellen op verschillende afstanden kan doordat de lens van vorm kan veranderen. De ooglens is verbonden met lensbandjes, die als spaken in een wiel verbonden zijn met een kringspier. Lensbandjes en kringspier heten samen straalvormig lichaam.

Als de kringspier samengetrokken is, zijn de lensbandjes ontspannen.
De lens is veerkrachtig en wordt dan bol. Daardoor breken de lichtstralen sterker. Voorwerpen dicht bij worden dan scherp geprojecteerd op het netvlies. Het boller worden van de lens heet accommodatie.
Dicht bij kijken kost meer inspanning dan in de verte kijken, omdat de kringspier dan moet samentrekken.
Als de spier ontspant, wordt de lens platgetrokken door de lensbandjes.
Dit gebeurt als je in de verte scherp stelt.

Accommoderen is net als de werking van de pupil een onbewuste reactie, ook wel een reflex. Meer hierover lees je in "Signalen in het zenuwstelsel".