Stress op zichzelf hoeft niet per se slecht te zijn. Als een dier door stress(hormonen) beter in staat is om op gevaar te reageren heeft het een grotere overlevingskans dan dieren die dat niet hebben.
De twee belangrijkste stresshormonen zijn adrenaline en cortisol. Adrenaline is kortwerkend, en maakt het dier alert, klaar om in actie te komen. Cortisol werkt langdurig, en helpt het lichaam om energie te mobiliseren. Ook is het van belang voor het dag-nachtritme.
Langdurige stress is wel nadelig. Het vermindert bijvoorbeeld de werking van het afweersysteem en leidt tot concentratie- en geheugenproblemen. De enige objectieve manier om langdurige stress bij dieren vast te stellen is door de hoeveelheid cortisol in het bloed te meten.