Als dieren in gevangenschap onvoldoende prikkels krijgen, kunnen ze hun natuurlijke gedrag ook niet vertonen, terwijl de inwendige drang (motivatie) hiertoe wel aanwezig blijft. Ze kunnen dan stereotiep gedrag gaan vertonen. Stereotiep gedrag is een vast patroon van handelingen dat regelmatig wordt herhaald zonder dat daarbij ogenschijnlijk een doel wordt bereikt. Voorbeelden zijn het stangbijten bij varkens, het kopschudden van olifanten en het ‘ijsberen’ van roofdieren.
Het is erg lastig om dieren die stereotiep gedrag vertonen dit weer af te leren. Deze dieren raken namelijk verslaafd aan endorfine, een op morfine lijkende signaalstof die zij tijdens dit gedrag zelf aanmaken.
Door de omgeving van dieren te verrijken kun je wel proberen om het ontstaan van stereotiep gedrag te voorkomen. In dierentuinen wordt dit wel gedaan door op onvoorspelbare tijdstippen te voeren, en door het voer te verstoppen zodat de dieren het moeten gaan zoeken.