![]() |
![]() |
Alle elementen circuleren voortdurend in een kringloop door het systeem aarde.
Voor het element koolstof onderscheiden we een korte termijn en een lange termijn kringloop.
Koolstof wordt aan de korte termijn koolstofkringloop onttrokken als afgestorven organisch materiaal niet wordt afgebroken door reducenten maar langdurig wordt opgeslagen. Dat gebeurde bijvoorbeeld miljoenen jaren geleden in het Cambrium toen uit bosmoerassen steenkool ontstond. Wij voegen die koolstof uit het organisch materiaal van destijds nu weer toe aan de atmosfeer door verbranding van fossiele brandstoffen.
Vastleggen en vrijmaken
Producenten leggen anorganisch gebonden koolstof vast in organische stoffen. Dit gebeurt door fotosynthese of chemosynthese. De meeste producenten gebruiken koolstofdioxide uit lucht of water voor de synthese van organische stoffen, zoals glucose en sacharose (rietsuiker), DNA, vetten en eiwitten.
Als er organische stoffen worden geproduceerd, wordt er dus koolstof opgeslagen. Daarnaast wordt er veel koolstof opgeslagen in de vorm van anorganische stoffen, zoals calciumcarbonaat (in schelpen, gesteente, botten en tanden) en waterstofcarbonaat (de opgeloste vorm van koolstofdioxide).
Voorbeelden van het vrijmaken van koolstof uit organische stoffen zijn de aerobe en anaerobe dissimilatie van organische verbindingen.
De koolstof uit calciumcarbonaat komt weer vrij doordat oplossen of door verwering of door oplossen in water.