In een ecosysteem is het eten of gegeten worden. Onderaan de voedselketen staan de producenten. Meestal zijn dat planten. In sommige ecosystemen bestaan de producenten echter uit chemo-autotrofe bacteriƫn. Een voorbeeld van een dergelijk ecosysteem is te vinden op de oceaanbodem.
De producenten staan op het eerste trofische niveau. De consumenten die planten eten (herbivoren) staan op het tweede trofische niveau. De vleeseters (carnivoren) staan op het derde trofische niveau.
Op het vierde trofische niveau staan grotere vleeseters en parasieten. Een dier kan tot meerdere trofische niveaus behoren, afhankelijk van de voedselketen die je bekijkt.
In de animatie zie je dat de biomassa van het eerste trofische niveau het grootst is. Van elke volgend niveau is de biomassa minder dan van het niveau daarvoor. Als je de biomassa van de trofische niveaus stapelt krijg je een piramide. Dit geldt niet altijd voor een aantallen organismen van de achtereenvolgende trofische niveaus.
![]() |
![]() |
![]() |