Diffusie
Als iemand in de hoek van een kamer een parfumflesje openzet, ruikt iemand in de andere hoek van de kamer na verloop van tijd de parfumgeur. Blijkbaar verspreiden de geurmoleculen zich vanzelf door een ruimte.
Ook het transport van moleculen tussen cellen is volledig afhankelijk van het feit dat moleculen bewegen.
Moleculen zijn altijd in beweging. In vaste stoffen trillen ze rond een bepaalde evenwichtsstand. In vloeistoffen en gassen schieten ze alle kanten op. Als ze ergens tegenaan botsen, veranderen ze van richting, zoals biljartballen in een poolbiljart.
De beweging van moleculen zorgt ervoor dat ze zich gelijkmatig over een beschikbare ruimte verspreiden. Dat verschijnsel heet diffusie.
Voor opgeloste stoffen vormt het oplosmiddel de beschikbare ruimte. Zo lost een suikerklontje op in een glas thee. Voor gassen zoals zuurstof is de beschikbare ruimte de atmosfeer.
Osmose
Het celmembraan laat water passeren, maar zout en ander opgeloste stoffen worden minder of helemaal niet doorgelaten. Het celmembraan is dus selectief doorlaatbaar ofwel selectief permeabel of semipermeabel. De diffusie van water door een semipermeabel membraan noemt men osmose.
Als een cel in zuiver water ligt, is de osmotische waterdruk (ook wel osmotische potentiaal) buiten de cel hoger dan daarbinnen. Er stroomt dan water de cel binnen, waardoor deze opzwelt en uiteindelijk kapot kan barsten. Plantencellen kunnen echter niet barsten omdat zij een celwand bezitten. Een plantencel zwelt in zuiver water op totdat de druk van de celwand even hoog is als het verschil in osmotische waterdruk.
De cel staat dan onder spanning, dat heet turgor. Kruidachtige planten hebben hun stevigheid te danken aan turgor. Dierlijke cellen hebben geen turgor. Ze hebben immers geen celwand. Als de cel teveel opzwelt, knapt de celmembraan. De cel gaat dood.
Als een cel in zout water ligt, is de waterdruk binnen de cel hoger dan daarbuiten. Daardoor zal er water vanuit de cel naar het zoute water diffunderen. De cel krimpt dan. Bij plantencellen laat het celplasma los van de celwand. Dat heet plasmolyse.
Bij volledige plasmolyse gaat de cel dood.