In 2.2.2 zijn vier vragen gesteld, die betrekking hebben op het transport van textiel (logistiek). De mogelijke antwoorden worden in deze paragraaf gegeven.. Er wordt uitgegaan van de situatie in een zorginstelling.
1. Hoelang is het wasgoed onderweg? Als het vandaag in de was gaat wanneer komt het dan terug?
Hoelang het wasgoed onderweg is, hangt af van de volgende factoren:
Deze afspraken worden gemaakt met een hoofd van de facilitaire dienst en een hoofd van de verpleging. Bovenstaand verhaal geldt met name voor pgg-goed. Platgoed wordt anders georganiseerd. In wezen doet het er niet toe hoelang het platgoed wegblijft, als er maar schoon geleverd wordt. Hoe sneller het wasgoed retour kan komen, hoe minder inzet nodig is.
Voorbeeld:
Er zijn 10 lakens per dag nodig op een afdeling. De lakens komen de derde dag na het in de was doen retour. Het is gebruikelijk reserve in te bouwen indien zich een calamiteit voordoet of om een feestdag te overbruggen.
Afdeling |
Verbruik op een afdeling |
Retour |
retour |
Maandag |
10 lakens in de was* |
|
|
Dinsdag |
10 lakens in de was |
|
|
Woensdag |
10 lakens in de was |
|
|
Donderdag |
|
10 *lakens van maandag komen gewassen terug. |
|
Vrijdag |
|
10 lakens van dinsdag komen terug |
|
Zaterdag |
|
10 lakens van woensdag komen terug |
|
Zondag |
|
|
10 lakens van donderdag komen terug |
Totaal |
30 lakens |
|
|
Calamiteiten |
10 lakens |
|
|
Aanschaf |
40 lakens |
|
|
In bovenstaand voorbeeld zou je met een aanschaf van 40 lakens een week kunnen overbruggen.
Bij uitbesteding aan een professionele wasserij zal er niet elke dag geleverd worden. De hoeveelheid textiel die nodig is voor bijvoorbeeld een week zal dan ook groter zijn. Er is immers altijd ook een deel bij de wasserij.
De voorraad die nodig is om een afdeling/ instelling draaiende te houden noemen we ook wel roulatievoorraad, insteek of werkvoorraad. De voorraad kan per textielsoort verschillen. Dit heeft te maken met het verbruik, verbruikseenheid per keer en de transportfrequentie.
2. Wie doet de kleding in de was?
De medewerkers op de afdelingen zorgen er voor dat de was juist gesorteerd wordt en klaarstaat om afgehaald te worden. Er worden afspraken gemaakt tussen de facilitaire dienstverlening en de zorgafdeling over hoe er gesorteerd wordt. Een voorbeeld is:
Zo kan de transportafdeling deze was gescheiden houden en op de juiste plaats afleveren.
3. Wie haalt de kleding op en brengt de kleding terug?
De afdeling transport, meestal onderdeel van de logistieke afdeling, zorgt voor het transport van textiel. Meestal combineert deze afdeling het halen en brengen van wasgoed. Op de heenweg wordt schone was meegenomen en de vuile was gaat mee retour. Textiel wordt veelal in een rolcontainer of duobox getransporteerd.
Figuur 3.7 Rolcontainer of duobox.
Het voordeel van deze container is dat op de schappen gevouwen schoon wasgoed gelegd kan worden. Daarna kunnen de schappen ingeklapt worden, zodat vuil wasgoed daarin verzameld kan worden. Een efficiƫnte werkwijze.
4. Wie sorteert, wast en doet de afwerking?
Wederom een kwestie van afspraken maken. Het kan voordelig zijn om alleen het wassen uit te besteden aan een wasserij. Dat betekent dat intern alles gesorteerd en afgewerkt wordt.
Vraag 5 is al beantwoord in de vorige paragraaf (3.4).