2.4 Technologie als hulpmiddel bij textielbeheer

Al eerder is gesproken over de logistiek. Aan het begin van dit hoofdstuk wordt de vraag gesteld: “Hoe weet de wasserij van wie de kleding is?” Er zijn technologische middelen bedacht die helpen het textielverzorgingsproces te beheren. Een aantal voorbeelden:

Dienstkleding kan worden voorzien van een microchip. Deze chip bevat informatie over het kledingstuk en van wie het is. Wanneer de kleding in de wasserij komt, wordt deze gescand. Zo is bekend wanneer welk kledingstuk in de wasserij is. Op het moment dat het kledingstuk de wasserij verlaat, wordt het uitgescand. Bij de aflevering bij de instelling of afdeling wordt het kledingstuk weer ingescand en op het moment dat het kledingstuk de was in gaat weer uitgescand. Op deze wijze is te traceren waar een kledingstuk is en bijkomend voordeel is dat het aantal wasbeurten bijgehouden wordt, evenals de totale hoeveelheid die gewassen wordt.

Pgg-goed kan worden voorzien van een barcode. Bovenstaand verhaal geldt dan ook voor deze kleding. Nadeel: het is een behoorlijke klus om overal barcodes in te zetten. Sommige bewoners vinden het onpersoonlijk en willen dit niet.

Qr Code, Scanner, Bar Code

Pgg-goed kan ook worden gemerkt met een naam of een nummer. Zo is bekend naar wie het terug moet als het in de was geweest is. Indien de instelling een eigen wasserij heeft, is het handig ook een wascode in te sealen. Voorbeeld: code 1 is het witte was programma en code 2 het bonte wasprogramma. Zo hoeft er niet veel tijd verloren te gaan bij het sorteren van de was. Indien het nummer dan ook met het wasprogramma correspondeert, is dit nog eenvoudiger. Als het wasprogramma voorgeprogrammeerd is en voorzien is van een automatisch doseringssysteem voor wasmiddel, is de kwaliteit altijd constant.