2.7.1 Apparaten en materialen

Textiel wordt eerst gewogen voordat het naar de wasserij gaat. Door ervaring en het gebruik van textiel met de NEN 750 norm weet men, zonder de textiel te tellen, hoeveel textielstukken er bij een bepaald gewicht horen. Hierdoor is het eenvoudiger om de kosten te bepalen.

Een wasserij gebruikt professionele apparatuur.

Wasstraten: hier gaat bijvoorbeeld 50 kilo was per keer in. Deze 50 kilo legt een route af door de wasstraat. Na de voorwas gaat de was automatisch door naar de volgende “kamer” waar de hoofdwas plaatsvindt. Nu kan er opnieuw 50 kilo in de eerste “kamer” achteraan. In elke “kamer” van de wasstraat is dan 50 kilo was aanwezig.

Figuur 3.8. Plaatsing van een wasstraat bij wasserij. Bron: Textielverzorging G. van der Kleij & Zn. Bv

Mangels: een mangel is een strijkmachine, geschikt voor platgoed. Het platgoed wordt op de hete rol gelegd en komt er gestreken weer af. Temperatuur en vochtigheid worden ingesteld voor een maximaal resultaat. In wasserijen zijn vaak vouw- en stapelmachines geïntegreerd in de mangel, zodat er mooie pakketjes schone lakens uitrollen.

Figuur 3.9 Mangel.

Hotbox: een hotbox is een droogapparaat voor kleding. Kleding wordt nat aan een kleerhanger gehangen en op de band van de hotbox gehangen. Het kledingstuk komt er vervolgens glad en droog uit en hoeft niet meer gestreken te worden.

Figuur 3.10 Hotbox

 

Diverse strijk- en vouwhulpen

Een strijkpop werkt als volgt: de 'pop' krijgt een overhemd aan. De pop blaast zich vol hete lucht en doordat het overhemd nu strak staat en er hete lucht onder geblazen wordt, gaat de kreuk er uit.

Een broekenpers werkt hetzelfde als de strijkpop, maar is speciaal voor het persen van broeken.

Figuur 3.11. Strijkpop en broekenpers