![]() |
![]() |
Rode bloedcellen (erytrocyten) zijn rood door de rode kleurstof hemoglobine. Rode bloedcellen van zoogdieren hebben geen celkern. De rode bloedcellen van andere gewervelden hebben wel een celkern.
Rode bloedcellen vervoeren zuurstof. Zuurstofmoleculen (O2 ) binden aan de hemoglobinemoleculen (Hb).
Eén molecuul hemoglobine kan vier zuurstofmoleculen meenemen op transport. Als de zuurstofmoleculen zijn afgeleverd kan hemoglobine opnieuw zuurstof binden en transporteren.
Hemoglobine waaraan veel zuurstof zit kleurt het bloed lichtrood (zuurstofrijk). Hemoglobine waaraan weinig zuurstof zit kleurt het bloed donkerrood (zuurstofarm). De kleur van bloed geeft dus informatie over de verzadiging met zuurstof.
Een rode bloedcel wordt gevormd in het rode beenmerg. Een stamcel ontwikkelt zich, via verschillende stadia van cellen met een celkern, tot een rode bloedcel.
De rode bloedcel is een platte, ronde cel met midden in een deukje. De ca. 25.000 miljard rode bloedcellen in de circa 5 liter bloed van een mens, hebben een gezamenlijk oppervlakte van ongeveer 4000 m2.
Rode bloedcellen leven ongeveer 120 dagen en worden zowel binnen als buiten de bloedvaten afgebroken.
Het grootste deel wordt afgebroken in de milt, maar ook in de lever, botten en het centrale zenuwstelsel.