Inleiding

Elke minuut adem je ongeveer tien keer in en uit.
Je ververst daarmee de lucht in je longen. De lucht die je uitademt bevat minder zuurstof en meer koolstofdioxide dan de buitenlucht. De zuurstof is gebruikt voor de oxidatie van organische stoffen (Kennisbank "Oogsten van chemische energie").

Bij die oxidatie ontstaat koolstofdioxide en energie voor alle levensprocessen. Gaswisseling is het verschijnsel waarbij zuurstof en koolstofdioxide door het organisme met de omgeving worden uitgewisseld. Onder ademhaling verstaan we alle mechanismen die nodig zijn voor een doelmatige gaswisseling tussen cellen en omgeving. Om de gassen naar en van de cellen af te voeren is bij meercelligen ook een transport-stelsel ontstaan. Ademhaling en bloedsomloop zijn nauw met elkaar verbonden.