Voedsel als energiebronnen/energiebehoefte/energieopname
Bij de keuze van je voedsel dien je ervoor te zorgen dat je alle verschillende voedingsstoffen binnenkrijgt door gevarieerd te eten. Daarnaast heb je, om de vele chemische reacties in je lichaam uit te voeren, voldoende brandstof nodig. Je moet er dus voor zorgen dat het voedsel voldoende energie bevat!
Energiebehoefte
De energiebehoefte is onder meer afhankelijk van leeftijd, lichaamsgrootte, gewicht, geslacht en natuurlijk van de hoeveelheid energie die je nodig hebt om te werken, sporten, fietsen, leren, enzovoort.
Ook in rust heb je energie nodig, je ruststofwisseling is nodig voor de ademhaling, spijsvertering, bloedsomloop en om je lichaam op temperatuur te houden.
Elke verdere activiteit kost extra energie (leren, fietsen, sporten, enzovoort).
Gemiddelde geldt voor een Nederlandse jongere dat de ruststofwisseling met
een factor 1,4-1,8 moet worden vermenigvuldigd om de energiebehoefte (in joules)
in te schatten. Diëtisten gebruiken vaak nog de eenheid kcal.
Energieopname
Vet
De meest energierijke voedingsstof is vet. Het is verstandig het benodigde vet te halen uit producten die rijk zijn aan onverzadigde vetzuren, over het algemeen plantaardige voedingsmiddelen. Spieren gebruiken bij lichte inspanning vet als brandstof.
De verbranding van vet verloopt echter traag en daarbij is veel zuurstof nodig.
Koolhydraten
Energie is gemakkelijker te halen uit koolhydraten. De directe energieleverancier voor spieren is ATP. De voorraad is alleen beperkt, dus als deze op is, met die worden aangevuld. Dat kan door glycogeen te splitsen in glucosemoleculen en deze via dissimilatie om te zetten. Meer over dissimilatie lees je in "Energie".
De anaerobe dissimilatie (= dissimilatie in afwezigheid van zuurstof) gaat snel, maar is niet efficiënt: één molecuul glucose levert slechts 5% van de energie die via aerobe dissimilatie vrijkomt. Daarnaast ontstaat er melkzuur (verzuring). De belangrijkste energieleverancier voor een duursporter is de aerobe omzetting van glucose (uit glycogeen), maar die kan alleen plaatsvinden als de zuurstoftoevoer maar de spiercellen voldoende is.
Eiwitten
Onder normale omstandigheden worden eiwitten niet als brandstof gebruikt.
De voorraad glycogeen en vet is in het lichaam meestal voldoende.
En de verbranding van eiwit kost veel zuurstof en is een grote belasting voor de nieren.