Formules

Bij natuur- en scheikunde moet je af en toe berekeningen maken. Dit is een goede aanpak:

  1. Lees de opgave
    Lees de opgave en schat in welke buurt de uitkomst zal liggen. In het voorbeeld hieronder moet je de tijd berekenen waarin een waterkoker een liter water opwarmt. Je verwacht dan een tijd van enkele minuten. Een paar seconden is duidelijk te weinig en een paar uur duidelijk te veel.
  2. Noteer de gegevens
    Vertaal alle gegevens in letters en cijfers, en noteer ze.
    Een gegeven zoals '336 kJ warmte' noteer je bijvoorbeeld als: Q = E = 336 kJ.
  3. Schrijf de formule(s) op
    Sommige formules kun je op verschillende manieren opschrijven. Neem de vorm waarin de te berekenen grootheid voor het is-teken (=) staat. Je schrijft dus:
    Voorbeeld ombouwen standaard formule

 

 

 

 

Het ombouwen of omwerken van formules is niet altijd even eenvoudig. Daarom nog een extra uitleg en een handige werkwijze waarmee het ombouwen altijd gaat werken.

Formules ombouwen

  1. Vul de gegevens in
  2. Werk de berekening uit
  3. Noteer de uitkomst
    De uitkomst is een getal + een eenheid. De eenheid moet kloppen met de gegevens:
    ​als je het vermogen invult in watt (W) en de tijd in seconden (s), dan vind je de hoeveelheid energie in joule (J).
  4. Controleer de uitkomst
    Vergelijk de uitkomst met de schatting die je in het begin maakte. Ga ook na of je geen reken- of  overschrijffouten hebt gemaakt.

Voorbeeld
Om een liter water van 20 oC aan de kook brengen, is 336 kJ warmte nodig.
Hoe lang doet een waterkoker van 2000 W erover deze hoeveelheid warmte te leveren?

Uitwerking voorbeeld