Examenopgave maken

Voorbeeld: Het centraal examen natuur- en scheikunde 1 bestaat uit ongeveer 40 opgaven.
Dit is een goede manier om die opgaven aan te pakken:

  1. Kijk Wat het onderwerp is.
    In het examen/opdrachten komen verschillende onderwerpen aan de orde. Meestal worden er over één onderwerp verschillende vragen gesteld. Aan de koppen die in het examen/opdrachten staan, zie je wanneer er een nieuw onderwerp aan de orde komt.
  2. Ga na hoe de opgave is opgebouwd.
    Veel opgaven zitten als de afbeelding hieronder in elkaar:
    - een leestekst en/of een illustratie;
    - een inleiding;
    - de eigenlijke vraag of opdracht.
    Een examenopgave bestaat uit verschillende onderdelen
    Een examenopgave bestaat uit verschillende onderdelen
  3. Lees de opgave zorgvuldig door.
    Lees de hele tekst, van begin tot einde. Bekijk foto's, tekeningen en grafieken nauwkeurig.
  4. Stel vast wat je precies moet doen.
    Sommige opgaven zijn vragen die je gewoon moet beantwoorden. Als er staat:
    Wat is de functie van de transformator bij een deurbel?
    schrijf je natuurlijk op wat de functie van zo'n transformator is.
    Andere opgaven zijn opdrachten. Zoek in zo’n opgave eerst het opdrachtwoord op. Dat vertelt je wat je precies moet doen.
    Opdrachtwoorden en hun betekenis
    Opdrachtwoorden en hun betekenis

     

  5. Bedenk Wat het antwoord moet zijn.
    Twee tips, voor als je hierbij vastloopt.
  1. ​Je kunt het ontbrekende gegeven opzoeken in Binas.
    Let op: dit wordt er niet bij gezegd. Je moet dat zelf bedenken.
  2. Je kunt het ontbrekende gegeven aflezen uit een grafiek, een tekening of een foto.
  3. In de opgave zit een extra gegeven ’verstopt’. Dat is bijvoorbeeld zo als je de remweg van een auto moet berekenen. Uit het woord ’remweg’ kun je zelf de conclusie trekken dat de auto aan het einde van de beweging stilstaat. Je hebt dus één gegeven meer dan je misschien dacht: de eindsnelheid (ve = 0 m/s).

 

  1. Schrijf het antwoord op.
    Schrijf bij elke opgave iets op, ook al ben je niet zeker van je zaak. Voor een gedeeltelijk goed antwoord krijg je attijd nog een deel van de punten. Een meerkeuzevraag kun je, ook als je gokt, toch helemaal goed maken.
  2. Controleer het antwoord.
    Lees de vraag nog eens en controleer: