Conclusie 4

De onderzoeksvraag was: "Wat is de concentratie van de onbekende KMnO4-oplossing?" Wij verwachtten aan de hand van tabel 65B in BINAS dat er een kleuromslag zou plaatsvinden wanneer de reactie klaar was. Dit bleek na 15,5 mL zo te zijn. Hieruit hebben we berekend dat de KMnO4-oplossing een concentratie heeft van 0,0054 M. Tijdens het practicum zagen wij de kleuromslag van kleurloos naar paars. Toch schoot de kleur door naar een gelige kleur. Hierdoor kunnen wij zeggen dat wij te veel kaliumpermanganaat hebben toegevoegd aan de oxaalzuur. Daarom kunnen wij enkel zeggen dat de concentratie van de KMnO4-oplossing minder is dan 0,0054 M. Wij gaan er verder vanuit dat er geen andere reacties optreden.

De vierde conclusie is verrreweg het meest uitgebreid en bevat ook de meeste elementen van Toulmin. We zien nu de conclusie terug dat de concentratie minder dan 0,0054 M moet zijn geweest. Daarnaast vinden we de data terug waarop deze conclusie is gebaseerd (net zoals bij de tweede conclusie). Nu wordt de conclusie wel onderbouwd: we lezen terug dat bij kleuromslag de reactie klaar is gebaseerd op Binas tabel 65B (rechtvaardiging). Daarnaast wordt ook uitgelegd dat aan de hand van de 15,5 mL te berekenen is dat de onbekende concentratie 0,0054 M moet zijn geweest. De conclusie eindigt daarnaast met twee qualifiers (uitgebreide model Toulmin): ten eerste wordt vermeld dat de concentratie lager moet zijn dan 0,0054 M aangezien er te lang is doorgedruppeld en de oplossing van kleurloos doorschoot naar een gelige kleur. Daarnaast is een andere qualifier dat de leerlingen er vanuit zijn gegaan dat er geen andere reacties optreden. Het enige element uit het argumentatiemodel van Toulmin dat niet terugkomt in deze conclusie is de backing (ondersteuning) van de rechtvaardiging. Als deze erin had gezeten dan zou ook nog aannemelijk moeten worden gemaakt dat kleuromslag van een indicator een betrouwbare manier is om het eindpunt van een reactie zichtbaar te maken.