Stap 3: Gekozen democratieën

Angola, Brazilië en Portugal kennen alle drie een presidentieel systeem met een gekozen president en een gekozen parlement. De presidenten en parlementen van Brazilië en Portugal worden om de vier jaar gekozen, die van Angola om de vijf jaar. Je kunt dus om de vier of vijf jaar via de stembus laten weten of je het landsbestuur steunt of kiest voor verandering.

Het Freedom House, een Amerikaanse organisatie die onderzoek doet naar democratie, politieke vrijheid en mensenrechten, noemt Brazilië en Portugal ‘gekozen democratieën’, maar Angola niet. Hebben Brazilië en Portugal ‘eerlijke verkiezingen’ en Angola niet?

We kijken naar drie verhalen en proberen daar enkele voorwaarden uit te halen, nodig om over ‘eerlijke verkiezingen’ te kunnen spreken.

Angola

Voorafgaand aan de parlementsverkiezingen moeten de kiezers zich eerst laten registreren. Op 8 september 2016 ging parlementslid Pedro Muiungulenu Zambicuari van de oppositiepartij UNITA kijken bij het registratieproces.

"Het was nauwelijks 8.30 uur in de ochtend toen het dorpshoofd Ngna Mussanga naar me kwam. Hij vroeg mijn naam en waar ik vandaan kwam. Ik antwoordde dat ik een Angolees burger ben", zei Zambicuari. "Toen zei het dorpshoofd dat de MPLA hier (in het dorp Luremo) geen oppositie wilde en hij waarschuwde me om mijn spullen te pakken en weg te wezen. Ik legde hem uit dat ik er was om het kiesregister te onderzoeken, niet om politiek te voeren."

Zambicuari probeerde om het incident bij de Electoral Registration Mobiele Brigade te melden, maar kreeg te horen: "Je hebt niets te zoeken bij het kiezersregister, onderzoek de leiding van de UNITA maar en vertrek meteen uit Luremo."

Het UNITA-parlementslid bleef aandringen, maar tevergeefs. Onderweg naar zijn woning werd hij aangesproken en aangevallen door het dorpshoofd. Hij slaagde erin om weg te komen, te midden van een regen van stenen. Hij moest zijn toevlucht nemen in het politiebureau. Maar ook daar dook het dorpshoofd weer op en dreigde hem te doden. Uiteindelijk werd Zambicuari door zijn collega’s ontzet.

Brazilië

“Er is een coup tegen mij gepleegd,” zegt president Dilma Rousseff. Twee derde van het Braziliaanse Lagerhuis stemde in april 2016 voor een ‘impeachment’, een afzettingsprocedure en in mei 2016 deed de senaat hetzelfde. Zij geeft aan dat ze democratisch gekozen is en dat haar tegenstanders haar nu monddood willen maken.

De parlementariërs zien dat natuurlijk heel anders. Dat een (ooit zo populaire) president zonder bloedvergieten na een misstand kan worden afgezet, is volgens hen het toppunt van democratie.

De procedure tegen Rousseff draait om gesjoemel met cijfers om de begroting van 2014 sluitend te maken, en niet om corruptie zoals veel Brazilianen denken. Dat de Braziliaanse burgers meteen aan corruptie denken is niet zo gek. Van de 513 afgevaardigden in het parlement is 60 procent (ruim 300 parlementariërs) én de vicepresident Temer in staat van beschuldiging gesteld voor zaken als corruptie, verkiezingsfraude en zelfs moord. De bevolking heeft al meermalen met massale protesten haar onvrede laten blijken. Gevreesd wordt dat het corruptieonderzoek in de doofpot verdwijnt.

Portugal

‘Van rechts naar links en van links naar rechts’. Zo worden de verkiezingsuitslagen in Portugal gekenmerkt. In oktober 2015 kreeg Portugal een linkse (minderheids-)regering, gedoogd door twee extreem-linkse en een ecologische partij. De kiezers waren de jarenlange bezuinigingen beu. Maar ook de linkse regering kon geen ijzer met handen breken en werd al snel geconfronteerd met enorme tekorten en moest op haar beurt draconisch gaan bezuinigen.

Veel kiezers hadden geen zin om jaren op de volgende parlementsverkiezingen te moeten wachten. Ze rekenden na enkele maanden met het linkse blok af door op de rechtse kandidaat voor de presidentsverkiezingen in 2016 te stemmen.

Portugal-correspondent José da Silva: “De conservatieve president Rebelo de Sousa mag zich niet bemoeien met de regering, maar hij kan de regering wel naar huis sturen en nieuwe verkiezingen uitschrijven. De linkse premier moet dus oppassen.”

Ook heeft de president een vetorecht dat hij kan inzetten tegen wetten. Da Silva: “De regering heeft net de begroting gepresenteerd, waarbij het de vraag is of de inkomsten wel voldoende zullen zijn. De president zal op een bepaald moment gaan ingrijpen.”