Vergroot de afbeelding van de onderdelen ongeveer twee keer. LET OP dat je ze allemaal evenveel groter maakt, anders passen ze straks niet meer op elkaar!!!
Print de onderdelen uit.
Namen van de onderdelen:
cilinderkop met bougie
carter met cilinder
Knip de vijf onderdelen uit en plak ze op een stuk dik karton.
LET OP: onderdeel 3 wordt aan de bovenkant van onderdeel 5 geplakt (er tegen aan)!!!
Knip nu alle onderdelen opnieuw uit.
Maak een gaatje bij A in onderdeel 4 en 5.
Maak een gaatje bij B in onderdeel 2 en 4.
Maak een gaatje bij C in onderdeel 2 en 1.
Maak gleuf D in onderdeel 5.
Verbind onderdeel 2B met onderdeel 4B met een splitpen.
Verbind onderdeel 2A met onderdeel 5A met een splitpen.
Verbind onderdeel 2C met onderdeel 1C in gleuf D met een splitpen.
Je model van een verbrandingsmotor is nu klaar. Als je deze goed gemaakt hebt kun je de krukas ronddraaien waardoor de zuiger op en neer gaat bewegen.
We zullen eerst de namen van de onderdelen eens op een rijtje zetten zodat we niet met nummers hoeven werken. Dat praat een stuk gemakkelijker.
Zuiger met pistonpen (C)
Drijfstang
Cilinderkop met de bougie (G)
Krukas
Carter met de cilinder (E)
Zet punt F in de bovenste stand 0°. De zuiger staat nu op het bovenste punt.
Zet een streepje op de maatlijn bij de bovenkant van de zuiger.
Draai de krukas nu een half rondje (180°) zodat de zuiger nu in het onderste punt staat. De beweging die de zuiger nu gemaakt heeft, heet een slag.
Meet de afstand van de bovenkant van de zuiger tot de streep die je bij de bovenste stand van de zuiger gezet hebt. Dit is de slaglengte S van de zuiger.
Ik meet S = . . . . . . . . . cm en dit is . . . . . . . . millimeter.
Draai de krukas nu zo snel mogelijk rond maar zorg dat de zuiger netjes in de cilinder blijft en dat je het karton niet verbuigt. Hoeveel slagen kan de cilinder maken in 15 seconden? . . . . . . . . . . . . . slagen.
Dat zijn . . . . . . . . . . . . . . slagen in één minuut.
Ruim de plek waar je hebt zitten knippen en plakken netjes op!!!
Pak je gemaakte model en de papieren van de praktische opdracht.
Vraag de docent of je naar lokaal Z9 naar de motoren kunt gaan.
Sleutelen aan motoren
Doel
Na deze opdracht kun je:
- de onderdelen van een motor benoemen.
- beschrijven hoe een motor werkt.
- beschrijven hoe het komt dat een motor blijft draaien.
Uitvoering
Vraag de docent welk motorblok je kunt gebruiken voor de volgende opdracht.
We hebben het motorblok van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . gebruikt.
Bekijk het aangewezen motorblok eens goed en draai de krukas een paar keer rond. Vergelijk de onderdelen van jullie kartonnen model en het echte motorblok.
Schrijf de namen en de functie van de onderdelen op in onderstaande tabel.
Gebruik daarvoor de nummers en letters die op jullie schaalmodel staan
onderdeel
naam
functie
1
2
3
4
5
E
G
Welke onderdelen zijn er anders in jullie motorblok als je het vergelijkt met jullie model?