Oost-Europa

De Oost-Europese landen stonden tot 1989/1990 onder sterke invloed van de Sovjet-Unie. Om tegenwicht te bieden aan het Westen werd economische samenwerking gestimuleerd door oprichting van de Comecon (Council for Mutual Economical Assistance) in 1949. Het was een reactie op het Amerikaanse ‘Marshall-plan’. De Sovjet-Unie gaf leiding aan de Comecon en bood financiële hulp aan voornamelijk Oost-Europese landen.

De ineenstorting van het communisme in de Sovjet-Unie en Oost-Europa in 1990 en 1991 betekende het einde van de Comecon. Op 27 juni 1991 werd in Boedapest de Raad opgeheven. Veel Oost-Europese landen kozen voor een markteconomie. Oost-Europese landen zochten toenadering tot de Europese Unie om hun jonge markteconomie te stimuleren en politieke veiligheid beter te waarborgen.