In de geschiedenis zijn er een aantal mensen geweest die belangrijke uitvindingen hebben gedaan. Als je iets uit wil vinden dan moet je eerst onderzoek doen. Tijdens een onderzoek doe je een proef om te kijken hoe iets werkt. In dit filmpje vertellen ze over een bekende uitvinder Galileo Galilei.
Een bekende onderzoeker https://schooltv.nl/item/wie-was-galileo-galilei-uitvinder-en-wiskundige/#q=uitvinder
Op school leren we je om in 3 stappen een onderzoek te doen. Het bestaat uit:
Alle onderzoekers beginnen met een vraag of probleem die ze willen oplossen, dit noem je een onderzoeksvraag. In een werkplan beschrijf je wat je nodig hebt aan materialen om dit te onderzoeken en hoe je dit gaat doen (werkwijze). Je voert het werkplan uit en daarbij doe je waarnemingen. Waarnemingen is wat je ziet, hoort, voelt of ruikt. Soms moet je ook wat meten, dit schrijf je dan op in een tabel en verwerk je in een grafiek.
In een onderzoeksverslag zet je alles nog eens op een rijtje en geef je uiteindelijk antwoord op je onderzoeksvraag. Dit is dan je conclusie, waar je een verklaring geeft van je waarnemingen.
Je gaat onderzoek doen in je klas om te oefenen met onderzoeken.
Klik op de link voor de opdracht:
Gegevens van je onderzoek verwerk je in een tabel, zodat je de meetresultaten makkelijk weer terug vind. Gebruik hiervoor het aantekeningen blad in je map. Een voorbeeld van een tabel ziet er zo uit.
Van het onderzoek maak je een onderzoeksverslag volgens die stappen die hierboven staan uitgelegd. Lever je verslag in via Magister, bij ELO - Opdracht, zoals op het plaatje.
Je krijgt van je docent bericht of het goed is gegaan, deze feedback kun je gebruiken bij je volgende onderzoek.