Een onoplosbaar conflict? - 2002

De Muur van bovenaf.
Westelijke Jordaanoever 2005
Schade in Gaza in 2009.
Israëlische premier
Ariel Sharon 2002

In 2002 brak de tweede Intifada uit waardoor het vredesproces ernstige deuken kreeg. In april 2002 besloot de Israëlische premier Sharon dat er een afscheiding moest komen om de Israëlische bevolking te beschermen tegen zelfmoordaanvallen van radicale Palestijnen. Kort daarop werd in het noordwesten van de Westelijke Jordaanoever begonnen met de bouw van de muur. Het voornaamste argument van Israël om de muur te bouwen is dat het zelfmoordaanslagen van Palestijnse terroristen wil voorkomen. De Palestijnen stellen onder meer dat de muur in strijd is met de (4e) Conventie van Genève (1949), (de Reglementen van) de Haagse Conventie (1907), het internationaal humanitair recht en de met Israël gesloten akkoorden. De Palestijnen vinden dat hen groot onrecht wordt aangedaan, doordat grond werd onteigend en Palestijnen afgescheiden worden van hun familie, bouwland en andere voorzieningen. Een groot aantal Palestijnse enclaves raakt volledig ommuurd en geïsoleerd.

De huidige situatie in Israel is nog steeds niet rooskleurig. Het vredesproces komt niet op gang, de verhoudingen zijn gespannen. De Hamas-beweging en de ‘Haviken’ (de conservatieve Israëlische partij) kunnen niet door een deur. De gevolgen zijn gruwelijk. Een groot deel van de Gaza strook is verwoest. Ook zijn er nog geregeld zelfmoordaanslagen op Israëlische burgers.