Na de Tweede Wereldoorlog was de noodzaak groot om Joodse mensen tegemoet te komen. Er waren immers onder het schrikbewind van Hitler miljoenen Joodse slachtoffers gevallen. De internationale gemeenschap boog zich daarom ook over de kwestie Palestina.
Op 1 september 1947 kondigde een onderzoeks-commissie van de VN aan dat het mandaatgebied Palestina moest worden verdeeld in een Joodse en een Arabische staat, natuurlijk in overeenstemming met de Joodse en Arabische volkeren. De heilige steden Jeruzalem en Bethlehem zouden in de visie van deze commissie een internationale status moeten krijgen, want beide volkeren hadden belangen in die gebieden. Het plan werd niet geaccepteerd. De Arabieren waren er tegen. De Joden gingen over tot gevechtshandelingen. Gevolg was dat veel Arabieren moesten vluchten.