Het einde van de Eerste Wereldoorlog betekende ook het begin van het einde van het imperialistische tijdperk. Door de oorlog verliepen de contacten tussen moederlanden en koloniën moeizaam. In de Britse en Franse koloniën, maar ook in Nederlands-Indië ontstonden nationalistische bewegingen die zich vanwege de oorlog in Europa redelijk ongestoord konden ontwikkelen.
Het psychologische effect van de Eerste Wereldoorlog op de inwoners van de koloniën was groot. Soldaten die in de koloniën waren gerekruteerd en meevochten in de loopgraven, zagen in Europa met eigen ogen dat ook de ‘superieure’ blanken, moesten leven en vechten onder erbarmelijke omstandigheden. Die ervaringen namen de soldaten na de oorlog mee naar huis.
In 1918 liet de passage over zelfbeschikkingsrecht in de 14 punten van de Amerikaanse president Wilson al doorschemeren dat een nieuw tijdperk zich aandiende. In dat tijdperk zouden de relaties tussen de Europese landen en hun kolonies ingrijpend veranderen.