De grootmachten in Europa verloren tijdens de oorlog hun sterke greep op de koloniën. Toch kreeg het grootste koloniale imperium, dat van Groot Brittannië, na de oorlog te maken met uitbreiding. Het beheer van mandaatgebieden in het Midden-Oosten en van de voormalige Duitse koloniën kwam in Britse handen.
Toch stond het Britse imperium op het punt van instorten. Het land had enorme verliezen geleden, was financieel failliet en qua mankracht niet meer in staat om een wereldrijk te beheren. Groot-Brittannië voerde noodgedwongen een politiek van meer verzelfstandiging van haar koloniën en democratisering van het bestuur.
In de koloniën begonnen de nationalisten zich te roeren en met steeds meer zelfvertrouwen te werken aan hun strijd voor onafhankelijkheid.