10 mei 1940 – februari 1941
Na vijf oorlogsdagen in mei 1940 waarin hevig werd gevochten, waren de oorlogshandelingen in Nederland voorbij. Een klein deel van het Duitse leger bezette Nederland. Het Nederlandse volk werd door Hitler gezien als een ‘Brudervolk’, sterk verwant aan het Duitse volk. Daarom kreeg het land in plaats van een militair bestuur een civiel bestuur onder leiding van de Oostenrijkse SS’er Seyss Inquart. Doel was het Nederlandse volk te winnen voor de nationaalsocialistische zaak, ook wel aangeduid met het begrip nazificatie. Propaganda was daarbij een belangrijk middel.
[Verklaring Duitsland aan minister van Buitenlandse Zaken:]
'Wij kondigen U de inzet van een geweldige Duitse troepenmacht aan. Elke tegenstand is volmaakt doelloos. Duitsland garandeert de staat van bezit in Europa en Overzee, zowel als de dynastie, indien elke tegenstand uitblijft.
Zo niet, dan bestaat er gevaar voor een volledige vernietiging van het land en zijn staatsbestel. Daarom manen wij u dringend aan, tot het Volk en de Weermacht een oproep te richten en voorts in verbinding te treden met Duitse militaire commando's.
Motivering: Wij hebben onweerlegbare bewijzen voor een onmiddellijk dreigende inval van Frankrijk en Engeland in België, Nederland en Luxemburg, die met medeweten van Nederland en België sinds lang was voorbereid, met het doel op het Roergebied een aanval te doen.'